Beschrijving
Neutrale zone (P01=1/2/3):
Systeem met twee verschillende warmte- en koudebronnen vereisen een neutrale
zone, om pendelbedrijf uit te sluiten. De hysterese van de neutrale zone kan
P20
binnen het bereik 0,0...11.0°C worden vastgelegd. De neutrale zone ligt altijd voor
de helft boven en onder de ingestelde instelwaarde. Bij andere bedrijfsmodi wordt
de parameters niet gebruikt.
Ventilatorinschakelvertraging:
Om de warmtewisselaar de mogelijkheid te geven om op te warmen
P21
(verwarmingsbedrijf) of af te koelen (koelbedrijf), kan na klepaansturing een
gedwongen stilstandtijd van de ventilator tussen 0...600s worden ingesteld.
Ventilatornaloop:
Om de warmtewisselaar/verwarmingselement de mogelijkheid te geven om op te
P22
warmen (koelbedrijf) of af te koelen (verwarmingsbedrijf), kan na klepaansturing een
gedwongen stilstandtijd van de ventilator tussen 0...600s worden ingesteld.
Minimale temperatuur verwarmen ventilatorbedrijf met aanvoertemperatuurvoeler SM:
Via een aanvoertemperatuursensor SM wordt de ventilator bij het bereiken van de ingestelde
P23
minimale temperatuur binnen een bereik van 1...99°C geactiveerd. In de modus warmtepomp,
kan een oververhittingsbeveiliging van de warmtewisselaar worden bereikt (zie hoofdstuk
"Warmtepompinstallatie"). Bij invoer van de waarde P23=0°C wordt de functie gedeactiveerd.
Minimale temperatuur koelen ventilatorbedrijf met aanvoertemperatuurvoeler SM:
P24
Via een aanvoertemperatuurvoeler SM wordt de ventilator bij het bereiken van de in-
gestelde maximale temperatuur binnen een bereik van 0...99°C geactiveerd.
Melding filteronderhoud:
De parameter bepaalt de tijd binnen het bereik 0 .. 50 x100 uur voor de weergave
P25
van een filteronderhoudsmelding. Wordt bijv. 10 ingevoerd, verschijnt de melding na
1000 bedrijfsuren. Bij invoer van de waarde P25=0 wordt de functie gedeactiveerd.
Beschrijving
Onderste grenswaarde automatische omschakeling voor de warmtevraag P01=1:
Bij het onderschrijden van de ingestelde temperatuur binnen het bereik 0...24°C
C01
wordt in de modus automatische omschakeling vanuit de standby-modus (dode zone)
omgeschakeld naar de verwarmingsmodus.
Onderste grenswaarde automatische omschakeling voor de koelvraag P01=1:
Bij het overschrijden van de ingestelde temperatuur binnen het bereik 26...48°C
C02
wordt in de modus automatische omschakeling vanuit de standby-modus (dode zone)
omgeschakeld naar de koelmodus.
Proportionele band modus verwarmen P06=4/5:
Bij het gebruik van AAN/UIT-kleppen met proportionele regeling kan de aansturing
C03
van de verwarmingsklep bij een temperatuurafwijking binnen het bereik 0,8..8,0°C
worden ingesteld. De instelling wordt beïnvloed door parameter P18.
Proportionele band modus koelen P07=4/5:
Bij het gebruik van AAN/UIT-kleppen met proportionele regeling kan de aansturing
C04
van de koelklep bij een temperatuurafwijking binnen het bereik 0,8..8,0°C worden
ingesteld. De instelling wordt beïnvloed door parameter P19.
25