• Rijd niet langs de rand van een helling of op een oneffen bodem met één rupsband horizontaal en
de andere rupsband gedeeltelijk opgeheven (>10°). Om beschadiging van de rupsbanden te
voorkomen, MOETEN DE GELEIDERS BIJ HET RIJDEN ALTIJD OP HETZELFDE VLAK
STEUNEN.
• Wanneer u over een obstakel rijdt kan een leegte ontstaat tussen de dragende rollen en de rupsband,
waardoor de rupsband van zijn plaats kan verschuiven.
• Wanneer van richting wordt veranderd in een situatie waarin de rupsband wegens een obstakel niet
zijwaarts kan verplaatsen, kan de rupsband van zijn plaats kan verschuiven.
• Let tijdens de beweging omlaag van de hoogwerker goed op of personen in de buurt van de
bewegende onderdelen aanwezig zijn.
Opgelet: let bij hellende vloeren op de juiste richting van NIVELLERING. Laat de hoogwerker niet
meer dan nodig is naar de laagste zijde van het blad hellen!
34