5.1
Handbediende nooddaling
Bij een storing aan de elektrische of hydraulische installatie kan de BEWEGING OMLAAG van de
hoogwerker vanaf elke hoogte worden verricht met behulp van de specifieke noodbediening aan de
grond.
In dit geval gebruikt het personeel aan de grond de bediening van het hydraulische ventiel aan de zijkant
van de hoogwerker, in de buurt van het trapje (onthoud daarbij dat voor een veilig gebruik van de
hoogwerker minstens een persoon aan de grond nodig is).
OPGELET: GEBRUIK DEZE BEDIENING ALLEEN IN GEVAL VAN NOOD EN DUS BIJ EEN STORING
VAN HET ELEKTRISCHE OF HYDRAULISCHE SYSTEEM.
TREK AAN DE HENDEL OM DE
DAALKELP TE ONTGRENDELEN
104