6.15 Motoronderhoud
MOTOR HONDA
Controleer met de in de algemene tabel aangegeven frequentie de motorolie volgens de volgende
aanwijzingen:
5) controleer het peil bij de uitgeschakelde motor en met de hoogwerker geplaatst op een vlakke
ondergrond
6) verwijder de vuldop/peilstok en maak de peilstok schoon
7) steek peilstok in de vulopening, zonder de dop vast te draaien, en verwijder hem om het oliepeil
te controleren.
8) Indien het peil nabij of onder de onderste markering op de peilstok staat, moet bijgevuld worden
met het aanbevolen type olie, tot aan de bovenste grenswaarde op de peilstok. Vul de tank niet
te veel bij.
VULDOP / PEILSTOK
OLIE-AANVOEROPENING (onderrand)
MOTOROLIE VERVERSEN
Ververs de motorolie op de vervaldata gegeven in de tabel aan de hand van de volgende aanwijzingen:
1) laat de oude olie bij warme motor wegvloeien (warme olie vloeit sneller en beter weg)
2) plaats een houder onder de motor om de gebruikte olie in op te vangen, verwijder de vuldop
met peilstok, de olie afvoerdop en de ring.
3) Laat de olie volledig wegvloeien. Breng de olie afvoerdop en een nieuwe ring aan en draai de
afvoerdop weer vast.
4) Plaats de motor waterpas en vul de motor met het aanbevolen type olie tot de bovenste
markering op de peilstok (onder de rand van de vulopening).
5) Installeer de vuldop met peilstok en draai hem stevig vast.
BOVENSTE LIMIET
ONDERSTE LIMIET
129