Als u een envelop plaatst met een papierformaat dat niet geselecteerd kan worden in
[Standaard], registreer dan het formaat van uw envelop in [Aangepast papierformaat]
in het beheerdersmenu.
Tik op [Papiertype].
Tik op [OK] om het instellen te
voltooien.
Instellingen configureren met het printerstuurprogramma
Configureer de instellingen in het tabblad [Basis].
Selecteer Envelop nr. 10 voor
[Origineelformaat] en selecteer [Staand] voor
[Oriëntatie].
Selecteer [Als origineel] voor [Papierformaat].
Selecteer [Standaardlade] voor [Papierlade].
Specificeer de uitvoerlade in [Uitvoerbak] in het tabblad [Afwerken].
Configureer de instellingen in het tabblad [Indeling].
Selecteer [180 graden] voor [Draaien].
De afdrukstand is 180 graden gedraaid.
Klik op [OK] om het instellen te voltooien.
• [Type]: Tik op [Normaal] of [Inkjetpapier].
• [Dikte]: Tik op [Envelop]*.
* [Envelop] wordt automatisch geselecteerd wanneer u een
van de volgende dingen doet met de standaardlade:
• In de standaardlade een envelop plaatsen die een
formaat heeft dat door het apparaat kan worden
gedetecteerd wanneer [Papierformaat] is ingesteld op
[Auto]
• Een envelopformaat selecteren bij [Standaard] van
[Papierformaat]
Eindelijk voltooide afbeelding
ComColor FT serie Beknopte handleiding
19