Algemene informatie
Er zijn twee warmteniveaus beschikbaar:
laag en hoog.
1
1.
Symbool verwarmingsstand laag (oranje)
2.
Symbool verwarmingsstand hoog (rood)
21.5
C
o
N
0
2
4
6
8
10
12
F
E
1.
Verwarmd bestuurderszadel (lage
verwarmingsstand geselecteerd)
2.
Verwarmd passagierszadel (hoge
verwarmingsstand geselecteerd)
Verwarmd bestuurderszadel
•
Druk voor een maximaal resultaat
in koude omstandigheden, vanuit de
stand UIT, de verwarmingsschake-
laar van het bestuurderszadel eerst
eenmaal in de hoge verwarmings-
stand en verlaag het warmteniveau
daarna door nogmaals op de scha-
kelaar te drukken wanneer het zadel
is opgewarmd.
•
Om
de
verwarming
bestuurderszadel uit te schakelen,
drukt u kort op de schakelaar van
het verwarmde bestuurderszadel,
tot het symbool van de zadelverwar-
ming niet langer zichtbaar is op het
display.
94
2
10:55
ABS
0
0
2
4
6
8
10
MPH
C
x1000rpm
1 2
van
Verwarmd passagierszadel
•
Druk voor een maximaal resultaat
in
koude
verwarmingsschakelaar
passagierszadel
in de hoge verwarmingsstand en
verlaag het warmteniveau daarna
door nogmaals op de schakelaar te
drukken wanneer het passagiers-
zadel is opgewarmd.
•
U schakelt de verwarming van het
passagierszadel uit door de schake-
laar in de middelste stand te zetten.
Na een korte vertraging, wordt het
symbool van het verwarmde passa-
gierszadel niet meer weergegeven
AM
op het display.
Uitschakeling bij lage spanning
12
Als
een
H
gedetecteerd, worden het zadelverwar-
mingsschakelaars
zadelverwarming werkt pas weer als de
spanning weer tot een veilig niveau is
toegenomen.
De schakelaar wordt niet automatisch
weer ingeschakeld, ook niet als de
spanning weer tot een veilig niveau is
toegenomen. Het contact moet uit en
weer aan worden gezet om de zadelver-
warming in te kunnen schakelen.
het
omstandigheden,
van
eerst
lage
spanning
uitgeschakeld.
de
het
eenmaal
wordt
De