Bijlage
Bijlage
Verhelpen van storingen
Raadpleeg dit hoofdstuk als u problemen hebt met de bediening van dit toestel. De meest
voorkomende problemen vindt u hieronder, samen met de waarschijnlijke oorzaken en
oplossingen. Als u aan de hand van de onderstaande aanwijzingen het probleem niet kunt
verhelpen, moet u contact opnemen met uw dealer of uw lokale officiële Pioneer-servicecentrum.
Problemen met dit toestel
Symptoom
Het toestel wordt niet
ingeschakeld. Dit
toestel werkt niet.
Kan het GPS-signaal
niet ontvangen.
60
Nl
Oorzaak
Kabels, draden en stekkers zijn
verkeerd aangesloten.
De zekering is gesprongen.
Door storing of andere factoren werkt
de ingebouwde microprocessor niet
goed.
De GPS-antenne is geplaatst op een
ongeschikte locatie.
De signalen van de satellieten worden
door obstakels geblokkeerd.
De positie van satellieten ten opzichte
van uw voertuig is onvoldoende.
Signalen van de GPS-satellieten zijn
gewijzigd om de nauwkeurigheid te
verminderen. (GPS-satellieten worden
bediend door het Amerikaanse
ministerie van Defensie. De
Amerikaanse regering behoudt het
recht om plaatsbepalingsgegevens om
militaire redenen te vervormen. Dit kan
leiden tot grotere
plaatsbepalingsfouten.)
Als er een autotelefoon of mobiele
telefoon wordt gebruikt in de buurt van
de GPS-antenne, kan de GPS-ontvangst
tijdelijk worden onderbroken.
Er zit iets op de GPS-antenne.
Actie (referentie)
Controleer of alle aansluitingen juist zijn gemaakt.
Verhelp het probleem en vervang daarna de
zekering. Gebruik de juiste zekering met hetzelfde
amperage.
Parkeer uw voertuig op een veilige plaats en zet de
motor onmiddellijk uit. Zet het contact weer uit (ACC
OFF). Start opnieuw de motor en schakel dit toestel
weer in.
De kwaliteit van signalen van de GPS-satellieten is
slecht, wat een verminderde
plaatsbepalingsnauwkeurigheid veroorzaakt.
Controleer de ontvangst van het GPS-signaal en de
positie van de GPS-antenne, indien nodig.
De kwaliteit van signalen van de GPS-satellieten is
slecht, wat een verminderde
plaatsbepalingsnauwkeurigheid veroorzaakt.
Controleer de ontvangst van het GPS-signaal en de
positie van de GPS-antenne, indien nodig, of rijd
door totdat de ontvangst verbetert. Houd de antenne
schoon.
De kwaliteit van signalen van de GPS-satellieten is
slecht, wat een verminderde
plaatsbepalingsnauwkeurigheid veroorzaakt. Rijd
door totdat de ontvangst verbetert.
De kwaliteit van signalen van de GPS-satellieten is
slecht, wat een verminderde
plaatsbepalingsnauwkeurigheid veroorzaakt. Wacht
totdat de ontvangst verbetert.
De kwaliteit van signalen van de GPS-satellieten is
slecht, wat een verminderde
plaatsbepalingsnauwkeurigheid veroorzaakt.
Wanneer u een mobiele telefoon gebruikt, moet u de
antenne van deze telefoon uit de buurt houden van
de GPS-antenne.
Zorg dat er geen spuitlak of autowas op de GPS-
antenne komt, omdat de ontvangst van GPS-
signalen hierdoor geblokkeerd kan raken. Ook door
sneeuw op de antenne kunnen de signalen minder
goed doorkomen.