Beeldonderhoud
Als u vindt dat na correctie van alle vier de punten verdere correctie
noodzakelijk is, selecteert u Snijpunt selecteren en aanpassing
doorvoeren en gaat u door met corrigeren.
Kleurgelijkheid
Stel hier de kleurtint voor het hele scherm in.
a
Ook na uw aanpassingen is de tint mogelijk niet helemaal uniform.
a
Druk tijdens de projectie op de knop [Menu].
b
Selecteer Weergeven onder Uitgebreid.
c
Selecteer Kleurgelijkheid en druk vervolgens op de knop [
Het volgende scherm wordt weergegeven.
Kleurgelijkheid: Schakelt kleuruniformiteit in of uit.
Aanpassingsniveau: Er zijn acht niveaus van wit tot zwart via grijs.
U kunt elk niveau afzonderlijk bijstellen.
Aanpassingen starten: Hiermee start u het aanpassen van de
kleurgelijkheid.
Resetten: Hiermee maakt u alle met Kleurgelijkheid aangebrachte
aanpassingen en instellingen ongedaan (standaardwaarden).
a
Tijdens het aanpassen van Kleurgelijkheid kan het beeld
vertekenen. Het beeld wordt weer normaal zodra de
aanpassingen klaar zijn.
d
Selecteer Kleurgelijkheid en druk vervolgens op de knop [
].
e
Stel in op Aanen druk dan op de [Esc] knop.
f
Selecteer Aanpassingsniveau en druk vervolgens op de knop
[
].
200
].