Geprojecteerde beelden bijstellen
c
Selecteer Lichtmodus en druk vervolgens op de knop [
d
Selecteer het item dat u wilt instellen en druk dan op de knop
[
].
Normaal: Selecteer dit als u de helderheid niet wilt verminderen; Dit
maakt de doelgebruikstijd ongeveer 20.000 uur.
Stil: Selecteer dit als u zich zorgen maakt over het lawaai van de
ventilator. Dit stelt de helderheid in op 70%. Dit maakt de
doelgebruikstijd ongeveer 20.000 uur.
Uitgebreid: Selecteer dit om de levensverwachting van de lichtbron
te verlengen. Dit stelt de helderheid in op 70%. Dit maakt de
doelgebruikstijd ongeveer 30.000 uur.
Aangepast: Selecteer dit om Helderheid handmatig in te stellen.
Wanneer Aangepast is geselecteerd, is Constante modus
beschikbaar.
].
e
Wanneer Lichtmodus is ingesteld op Aangepast, selecteert u
Helderheid en gebruik dan de knoppen [ ][ ] om de helderheid
in te stellen.
f
Om een vaste helderheid te behouden, selecteert u Constante
modus en stelt u dit in op Aan.
a
• Wanneer Constante modus is ingesteld op Aan, kunt u de
instellingen voor Lichtmodus en Helderheid. Wanneer u deze
instellingen wijzigt, stelt u Constante modus in op Uit.
• Wanneer Constante modus is ingesteld op Uit, verandert de
waarde voor Helderheid afhankelijk van de huidige status van
de lichtbron.
• Er kan een foutmarge zijn in Helderheid.
• Wanneer de projector langer dan 24 uur ononderbroken
wordt gebruikt, of wanneer het direct uitschakelen regelmatig
wordt gebruikt, stelt u Kalibratie licht in met de
planningsfunctie. Als dit niet is ingesteld, werkt de functie
Constante helderheid niet.
s "Werken met schema's"
80
pag.120