Om videobeelden te projecteren, sluit u de projector op een van de volgende manieren aan:
A
Als een optionele video-componentkabel wordt gebruikt (D-sub/component-conversie)
s "Optionele accessoires"
pag.221
Sluit de componentuitgang van de beeldbron aan op de Computer-ingang van de projector.
U kunt geluid door de luidspreker of de Audio Out-uitgang van de projector sturen door de audio-uitgang van de videoapparatuur aan te sluiten op de Audio1-ingang van de projector
(gebruik hiervoor een in de handel verkrijgbare audiokabel).
B
Als een in de handel verkrijgbare video-componentkabel (RCA) en een BNC/RCA-adapter worden gebruikt
Sluit de componentuitgang van de videoapparatuur aan op de BNC-ingang (R/Cr/Pr, G/Y, B/Cb/Pb).
U kunt geluid door de luidspreker of de Audio Out-uitgang van de projector sturen door de audio-uitgang van de videoapparatuur aan te sluiten op de Audio2-ingang van de projector
(gebruik hiervoor een in de handel verkrijgbare audiokabel).
C
Wanneer u een in de handel verkrijgbare BNC-videokabel (SDI-ingang, alleen EB-L1505U/EB-L1500U/EB-L1405U) gebruikt
Sluit de SDI-uitgang van de beeldbron aan op de SDI-ingang van de projector.
D
Als een in de handel verkrijgbare HDMI-kabel wordt gebruikt
Sluit de HDMI-uitgang van de beeldbron aan op de HDMI-ingang van de projector.
U kunt bij het geprojecteerde beeld audio van de beeldbron afspelen.