Beeldonderhoud
c
Selecteer Autom. afstellen starten en druk vervolgens op de
knop [
].
Het aanpassingspatroon wordt weergegeven en de aanpassing wordt
gestart. Als het geprojecteerde beeld wordt weergegeven vóór de
aanpassing, is de procedure voltooid.
a
• Raadpleeg het volgende als er een fout optreedt.
s "Automatische aanpassingen zijn niet correct uitgevoerd"
pag.185
• Om terug te keren naar de status van voor de automatische
aanpassing, selecteert u Ongedaan maken. Als u Opnieuw
kiest na het selecteren van Ongedaan maken, gaat het beeld
terug naar de status van na de automatische aanpassing.
• Om de afstelwaarde Kleurkalibratie terug te zetten naar de
standaardwaarde, selecteert u Resetten.
Paneeluitlijning
Hiermee past u de pixelkleurverschuiving aan voor het LCD-paneel. U kunt
de pixels horizontaal en verticaal aanpassen in stappen van 0,25 pixels
binnen een bereik van ±1 pixel.
a
• Na een LCD-uitlijning kan de beeldkwaliteit afnemen.
• Beelden voor pixels die buiten de rand van het geprojecteerde
scherm vallen, worden niet weergegeven.
a
Druk tijdens de projectie op de knop [Menu].
b
Selecteer Weergeven onder Uitgebreid.
c
Selecteer Paneeluitlijning en druk vervolgens op de knop [
d
Schakel Paneeluitlijning in.
198
].