Afdrukken via de computer
Vooraleer u een afdruktaak start, dient u steeds de
volgende punten te overlopen:
• Is het apparaat correct aangesloten? (pagina 13)
• Is het printerstuurprogramma geïnstalleerd?
(pagina 14)
• Is het papier correct geladen? (pagina 15)
• Zijn de instellingen en aanpassingen correct
uitgevoerd? (pagina 18)
Een afdruktaak starten
1
Druk op de aan-/uitschakelaar.
Het LCD-scherm licht groen op en "READY"
wordt weergegeven.
LCD
2
Bedien de computer met behulp van de
toepassingssoftware.
Als er een melding wordt weergegeven op het
LCD-scherm
Als er een probleem optreedt, licht het LCD-scherm
oranje op en wordt er een foutmelding weergegeven op
het LCD-scherm.
Melding
Oorzaak en oplossing
EMPTY:XX
Geen papier geladen. Plaats papier.
DOOR:XX
De klep is geopend. Sluit de klep.
XX geeft het geselecteerde papier aan.
"S" staat voor UPP-110S, "HD" voor UPP-110HD en
"HG" voor UPP-110HG.
Wanneer het apparaat midden in een afdruk
ophoudt met afdrukken
Als het apparaat langdurig vrijwel geheel zwarte
beelden aan het afdrukken was, dan kan het zijn dat het
apparaat is uitgezet door de beveiliging van de
thermische kop om oververhitting te voorkomen. In dat
geval wordt de melding "COOLING" weergegeven op
het LCD-scherm.
Wacht tot de kop is afgekoeld en de melding verdwijnt.
Huidig geselecteerd papier
U kunt op het LCD-scherm zien welk type papier er
geselecteerd is. Wanneer u op de knop OPEN drukt en
de klep opent, wordt het geselecteerde type papier rechts
op het LCD-scherm weergegeven.
UPP-110S
UPP-110HD
UPP-110HG
Het afgedrukte papier afsnijden
Snijden met de bovenste papiersnijder
Houd de rand van het papier vast en snijd het papier
omhoog in een boog af.
Snijden met de onderste papiersnijder
Houd de hoek van het papier vast en trek onder een hoek
omlaag om het papier te snijden.
29
Afdrukken