De helderheid aanpassen
(belichtingscorrectie)
De standaardhelderheid (juiste belichting) die door
de camera wordt ingesteld op basis van de fotostand
(behalve M) kan helderder of donkerder worden
ingesteld om een bepaald effect te verkrijgen.
1
Selecteer de optie belichtingscorrectie in het
functiemenu.
2
Gebruik HI om de gewenste helderheid te
selecteren, en druk op de knop A.
NL
P P
Exposure Comp.
0.0
0.3
0.3
0.0
0.0
0.3
0.3
WB
WB
AUTO
AUTO
ISO
ISO
AUTO
AUTO
4 4
14
N
MENU
MENU
M
ORM
Afregelen op een natuurlijk
kleurenschema (witbalans)
Voor meer natuurlijke kleuren kiest u een witbalans die
afgestemd is op het motief.
1
Selecteer de optie witbalans in het
functiemenu.
2
Gebruik HI om de optie te selecteren en
druk op de knop A om in te stellen.
Optie
De camera stelt automatisch de
WB Auto
witbalans in overeenkomstig de te
fotograferen scène.
Voor buitenopnamen bij heldere lucht.
5
Voor buitenopnamen bij bewolkte lucht.
3
Voor fotograferen bij gloeilamplicht.
1
Voor fotograferen bij wit TL-licht (in een
>
kantoor enz.)
P P
WB
WB Auto
0.0
0.0
WB
WB
AUTO
AUTO
ISO
ISO
AUTO
AUTO
4 4
14
N
MENU
MENU
M
ORM
Beschrijving