4 Extra uitvoeringen.
4.1 Mikrogranulaat
strooieenheden.
Voor bei uttstrooten van mtkrogtanulaten
moeten de voor kunstmest gebruikte doseereenheden
worden omgewtsseld voor spectale doseereenheden
voor mtkrogranulaten.
4.2 Breedtelichten,
achterlichten
en steunen (Fig. 15).
De~c delen kunnert ronder problemen worden getnonteerd
en ztln besltst Verplicht bij het rijden
ovor oponbare wegen.
4.3 Afdekkleed
over de trechter.
4.4 Hydraulische
bediening
van de strooibomen
voor 18,20 en 24 meter.
Voor hut hydraulisch bedtenen van de sttootbomen
worden de bomen aan bilde kanten elk door
tirte hydrnultsc~~e ciltnders 111. en uttgeklapt. DCI rworiksnelhetd
van de buttenste delen IS door het
rloscx+rventtol (Fig. 12/2
24tn. werkhreedte
~-KJ. 16/1
18m , %Oni. en 24tn. werkbreedte) te
spanslot
stxilkabe
kabelklem
kabelgeleiding
voor de hydraulische-zwenkinstallatie
(24m.
werkbreedte)
Het schema van de Saalkabels voor de hydraulische rwenktnstallatte
kunt U in bovenstaande
nfbeeldtng rien. Wanneer een kabel moet worden nagespannen dtent men eerst de kabelklemmen
los te dt-aalen. terst Uan kan met her spanslot de knbel worden gespannetl. De geleidtny van de
blokkeerpal is tn Ftg. 17 ie zten.
4.5 Doseerautomaat
,,AMATRON" - zie speciaal handleiding.
19