Afbeelding 9-1
1
Telefoonaansluiting op de wand
2
Gebruik het telefoonsnoer dat bij de printer is geleverd en verbind dit met de 1-LINE-poort
2.
Nadat u het telefoonsnoer hebt verbonden met de 1-LINE-poort, voert u de faxtest nogmaals uit om te
controleren of de printer klaar is om te faxen.
3.
Probeer een fax te verzenden of te ontvangen.
Het testen van het juiste soort telefoonsnoer met de fax is mislukt
Controleer of u het telefoonsnoer dat bij de printer werd geleverd voor de telefoonaansluiting hebt
●
gebruikt. Het ene uiteinde van het telefoonsnoer moet worden aangesloten op de poort 1-LINE op de
achterkant van de printer en het andere uiteinde op de telefoonaansluiting, zoals in de afbeelding is
aangegeven.
1
Telefoonaansluiting op de wand
2
Gebruik het telefoonsnoer dat bij de printer is geleverd en verbind dit met de 1-LINE-poort
Als het telefoonsnoer dat bij de printer is geleverd niet lang genoeg is, kunt u een langere tweedradig
telefoonsnoer gebruiken en het snoer verlengen. U kunt een dergelijk snoer kopen in een
elektronicawinkel die telefoonaccessoires verkoopt.
Controleer de verbinding tussen de wandcontactdoos voor de telefoon en de printer en zorg ervoor dat
●
het telefoonsnoer correct is bevestigd.
Gebruik het telefoonsnoer dat bij de printer werd geleverd. Als u het meegeleverde telefoonsnoer niet
●
gebruikt om de printer op de telefoonaansluiting aan te sluiten, kunt u waarschijnlijk geen faxen
84
Hoofdstuk 9 Een probleem oplossen
Achteraanzicht van de printer
NLWW