De adressen 0 tot 3 zijn reeds door de installatiecircuits in het centrale toestel VRC 630 ingenomen en staan
bijgevolg niet ter beschikking voor een adressering.
In te stellen busadres in de VR 60
Aantal VR 60
1
2
3
4
5
6
5.5 Ingebruikname
Bij de ingebruikname voert de regeling eerst een automatische systeemconfiguratie door.
Voorwaarde: alle componenten moeten aangesloten en in werking zijn (cv-toestellen worden elektrisch
ingeschakeld).
Hierbij worden alle aangesloten installatiecomponenten, voelers en warmtebronnen geïdentificeerd en
herkend. Afhankelijk van de aangesloten installatiecomponenten kan dit tot 15 min. duren. Bij de controle
van de warmtebronnen worden ze gedurende korte tijd (tot 5 min.) in werking gesteld om de interfaces uit te
testen. Dit proces vindt ook plaats na het uitschakelen en opnieuw inschakelen van de installatie zodra er
spanning is. Daarbij verschijnt op de display automatisch het configuratiemenu. Hier moeten de verdere
configuraties, zoals instellen van de cv-circuits, worden doorgevoerd. In het geval de configuratie niet binnen
de 5 min. wordt doorgevoerd, keert de display terug naar de basismelding. De instelling van de
systeemconfiguratie en de installatieparameters gebeurt via de code van de installateur. Verder kunnen op
dit niveau via de testmodus alle herkende voelers, pompen en mengcircuits op hun werking worden
gecontroleerd.
In te stellen adres
4
6
8
10
12
14
Toewijzing 1ste circuit in
de VR 60
4
6
8
10
12
14
Toewijzing 2de circuit in
de VR 60
5
7
9
11
13
15