(verplicht wanneer de druk van de waterleiding te
hoog is)
2. Inlaatcombinatie
3. T&P-ventiel (optioneel)
4. Afsluiter (aanbevolen)
5. Terugslagklep
6. Circulatiepomp (optioneel)
9. Aftapkraan
10. Gaskraan
11. Service-afsluiter
12. Temperatuurmeter (optioneel)
14. Tappunt
A. Koudwatertoevoer
B. Warmwateruitlaat
C. Circulatieleiding (optioneel)
D. Gastoevoer
Gebruik dit Aansluitschema wanneer u:
•
de wateraansluitingen (zie 8.4) installeert
•
de gasaansluiting (zie 8.5) installeert
•
de boiler vult (zie 8.7.1)
•
de boiler aftapt (zie 8.8)
8.4 Wateraansluitingen
8.4.1 Koudwateraansluiting
n
Opmerking
Er moet een inlaatlaatcombinatie worden
geïnstalleerd. Installeer de inlaatcombinatie zo
dicht mogelijk bij de boiler.
w
Waarschuwing
Installeer nooit een afsluiter of een
terugslagklep tussen de inlaatcombinatie en de
boiler.
De koudwateraansluiting installeren:
1. Wanneer de toevoerdruk van de waterleiding
te hoog is, installeert u een
drukreduceerventiel (1), raadpleeg de
Technische informatie (zie 12).
2. Installeer een inlaatcombinatie (2).
3. Sluit de overstroomaansluiting van de
inlaatcombinatie aan op een open leiding
voor afvalwater.
8.4.2 Warmwateraansluiting
n
Opmerking
Isoleer lange warmwaterleidingen om onnodig
energieverlies te voorkomen.
16
Opmerking
A.O. Smith raadt aan om een T&P-ventiel te
installeren.
De warmwateraansluiting installeren:
1. Installeer een afsluiter (11) in de
warmwateruitlaatleiding voor
onderhoudswerkzaamheden.
2. Installeer een T&P-ventiel (3), indien van
toepassing.
3. Installeer een temperatuurmeter (12), indien
van toepassing.
8.4.3 Circulatie-aansluiting
Installeer een circulatiesysteem wanneer een
directe stroom van warm water bij tappunten (in
warmwaterleiding) nodig is. Dit verbetert het
comfort en vermindert watergebruik.
n
Opmerking
Gebruik de aansluiting van de aftapkraan (9)
als aansluitpunt voor de circulatieleiding op de
boiler.
Opmerking
Zorg dat de circulatiepomp het juiste vermogen
heeft voor de lengte en de weerstand van het
circulatiesysteem.
Een circulatiepomp installeren:
1. Installeer een circulatiepomp (6).
2. Installeer een terugslagklep (5) na de
circulatiepomp er zeker van te zijn dat de
richting van de circulatie correct is.
3. Installeer een afsluiter (4) voor de
circulatiepomp.
4. Installeer een afsluiter (4) na de
terugslagklep.
5. Sluit de circulatieleiding aan op de aftapkraan
(9).
8.4.4 Aftapkraan
De aftapkraan installeren:
1. Bevestig de aftapkraan (9) in de aansluiting
aan de voorkant van de boiler.
2. Plaats de dop over de aansluiting om deze
waterdicht te maken.
Gedeelte over de installatie en het onderhoud