Download Inhoudsopgave Inhoud Print deze pagina

Rijden Met De Machine - Timan RC-750 Gebruikershandleiding

Verberg thumbnails Zie ook voor RC-750:
Inhoudsopgave

Advertenties

11.7

Rijden met de machine

De machine wordt bediend met een joystick.
Met joystick [1] kunt u voorwaarts en
achterwaarts rijden en met joystick [2] kunt u
4
bochten nemen (zie symbolen op de
afstandsbediening).
U kunt joystick [2] gebruiken zonder dat
joystick [1] geactiveerd is, u kunt dus van
1
3
2
richting veranderen (links of rechts) voordat u
joystick [1] activeert.
Kies altijd een rijsnelheid, die een fraai maairesultaat oplevert. Rijd eerst altijd
langzaam en
voer de snelheid pas later op.
Waarschuwing: u mag nooit zo hard voorwaarts rijden dat het toerental van de motor inzakt.
Dit kan ertoe leiden dat de motor de koelte niet vasthoudt en overbelast raakt, hetgeen averij
tot gevolg kan hebben.
Met de draaiknop [3] stelt u de hoogste snelheid in voorwaartse richting in.
De snelheid kunt u instellen op 25 % tot 100%, wat overeenkomt met een voorwaartse
snelheid tussen 1,5 km/u – 6 km/u.
Waarschuwing: bij het maaien moet u de snelheid altijd controleren met de joysticks of de
snelheidscontroleknop. Gebruik nooit het gas voor het verlagen van de rijsnelheid.
Bij het rijden op hellingen wordt aanbevolen om op minder dan 50 % van de hoogste snelheid
te rijden.
Tussen 0-60 % lopen de banden elk afzonderlijk, indien u met joystick [2] de 100% activeert.
Tussen 60%-100% stopt één band bij volledige activering van joystick [2].
Indien de machine tijdens het rijden enigszins naar rechts of links trekt, kunt u dit corrigeren
door te draaien aan de bijstelknop [4]. Trekt de machine naar rechts, draai de knop dan tegen
de wijzers van de klok in.
Hoeveel u de bijstelknop moet draaien, hangt af van de voorwaartse snelheid. Daarom stelt u
de machine eerst in op de gewenste voorwaartse rijsnelheid en pas dan voert u correcties door.
Bij het rijden over de lengte van de heuvel zal de machine ertoe neigen om de heuvel af te
gaan. Dat kunt u tegengaan door correctie via de bijstelknop. De bijstelknop is in de fabriek
niet zo ingesteld, dat de machine recht rijdt als de knop is ingesteld op de waarde 0.
Tijdens het rijden met de machine is het belangrijk eerst langzaam over een egale en vlakke
ondergrond te rijden. Pas als u routine heeft met het rijden, kunt u de moeilijkheidsgraad
verhogen.
Als de maaimachine is ingeschakeld, moet de motor altijd op het hoogste toerental draaien.
Bij koud weer zou de motor ten minste 2 minuten in de vrijloop moeten staan voordat u met
de machine gaat rijden, zodat de olie in de motor en de transmissie opwarmt.
Pagina 32 / 50

Advertenties

Inhoudsopgave
loading

Deze handleiding is ook geschikt voor:

410100-01

Inhoudsopgave