6.2
Rupsbanden
Op het onderstel van de machine zitten twee
hydraulische getrokken rupsbanden.
De rupsbanden zijn opgehangen aan het voorste deel
van het onderstel en verbonden via de triangel. Deze
heeft een
draaipunt dat zich ongeveer in het midden van het
onderstel in het achterste deel van de machine
bevindt.
De rupsbanden bewegen evenwijdig aan elkaar en dat zorgt ervoor dat de machine altijd
100% contact heeft met
de ondergrond, zelfs tijdens het rijden door hobbelig terrein.
Tijdens het rijden door heuvelachtig terrein, waar de
aarde pulverig is, kunt u
voor de rupsbanden als speciale uitrusting rubberen
pinnen aanschaffen. Daarmee krijgen de rupsbanden
in de heuvels meer grip.
Zie deel 12.7.
6.3
Motor en hydraulica
De machine is uitgerust met een luchtgekoelde Honda-motor met 15 p.k., die door trekkracht
van een riem de hydraulische pomp en de vlegel van de maaimachine aandrijft. Op de
aandrijving tussen de maaimachine en de motor zit een elektromagnetische transmissie met
veer, dus als de spanning verdwijnt, ontkoppelt de machine automatisch. De transmissie
koppelt en ontkoppelt met de afstandsbediening.
Op de achterzijde van de machine is een zuigkast gemonteerd, waarmee de motor koelende
lucht opzuigt.
Om oververhitting van de hydraulica te voorkomen, is de hydraulische pomp uitgerust met
een ventilator, die koele lucht rond de pomp blaast. Tevens is in de zuigkast een hydraulische
oliekoeler gemonteerd.
De snelheid en richting van de machine worden gereguleerd met hoeveelheden olie, die elk
van de hydraulische motoren onttrekt aan de pomp.
De hoeveelheden olie die de pomp doorstuurt aan beide hydraulische motoren, worden
bepaald door twee servomotoren die zijn aangesloten op het snelheidsalarm van de pomp.
Deze servomotoren worden bestuurd met de afstandsbediening.
Triangel
Draaipunt
Pagina 15 / 50