Functies niet beschikbaar in combinatie
Beperkte functie
Lichtmeting
Continu/
Belichtingsbracke-
ting
AF-veldstand
76
Instelling
Actieve D-Lighting
(A69)
Continu (A68)/
Belichtingsbracketing
(A69)
Zelfontspanner
(A59)
Glimlachtimer (A60)
Picture Control (A68)
Glimlachtimer (A60)
Scherpstelstand
(A62)
Picture Control (A68)
Witbalans
(A68)
Beschrijving
Lichtmeting wordt gereset op Matrix als Actieve D-
Lighting wordt ingesteld op een andere stand dan Uit.
Continu en Belichtingsbracketing zijn niet tegelijkertijd
beschikbaar.
Belichtingsbracketing wordt gereset op Uit als Continu
wordt ingesteld op een andere stand dan Enkelvoudig.
De instelling voor Continu wordt gereset op
Enkelvoudig als Belichtingsbracketing wordt
ingesteld op een andere stand dan Uit.
Continu H, Continu L, Vooropnamecache of BSS en
zelfontspanner zijn niet tegelijkertijd beschikbaar. Als
zelfontspanner is ingesteld, wordt een enkele foto gemaakt.
Als de camera glimlachende gezichten herkent en de
sluiter wordt ontspannen, dan wordt slechts één foto
gemaakt. Als Vooropnamecache is geselecteerd, werkt
de continu opname-stand in de stand Enkelvoudig. Als
intervalopnamen is ingesteld, wordt de opname
automatisch gestopt wanneer er een foto is gemaakt.
Belichtingsbracketing kan niet worden gebruikt als
Monochroom is geselecteerd.
De camera maakt een foto met gezichtdetectie, ongeacht
de geselecteerde AF-veldstand optie.
• Als een instelling anders dan Onderwerp volgen is
geselecteerd en B (oneindig) is geselecteerd als
scherpstelstand voor opname, stelt de camera scherp
op oneindig, ongeacht de gekozen AF-veldstand-
optie.
• Als de camera is ingesteld op E (handmatige
scherpstelling), kan de AF-veldstand niet worden
ingesteld.
Als AF met doelopsporing is geselecteerd Picture
Control is ingesteld op Monochroom, stelt de camera
scherp op een gezicht of selecteert deze de
scherpstelvelden met het onderwerp dat zich het dichtst
bij de camera bevindt uit 9 scherpstelvelden.
Als AF met doelopsporing is geselecteerd en
Witbalans is ingesteld op Handm. voorinstelling,
Gloeilamplicht, TL-licht, of wanneer fijnafstelling of
witbalans is toegepast, stelt de camera scherp op een
gezicht of selecteert deze de scherpstelvelden met het
onderwerp dat zich het dichtst bij de camera bevindt uit 9
scherpstelvelden.