Problemen oplossen
Probleem
Foto's die met flitslicht zijn
gemaakt bevatten heldere
vlekken.
Flitser treedt niet in
werking.
Digitale zoom is niet
beschikbaar.
Beeldformaat niet
beschikbaar.
Geen geluid wanneer de
sluiter ontspant.
AF-hulpverlichting brandt
niet.
Foto' s zijn vlekkerig.
Kleuren zijn onnatuurlijk.
Ringvormige of
regenboogkleurige strepen
zijn zichtbaar op het
scherm of in de opname.
De gemaakte foto wordt
korrelig.
Foto's zijn te donker
(onderbelicht).
F10
Flitslicht wordt weerkaatst door deeltjes in de lucht. Flitser inklappen
• Er is een opnamestand geselecteerd waarbij de flitser niet in werking kan treden.
• Een is een andere functie ingesteld, die de werking van de flitser beperkt.
• Uit is ingesteld voor Digitale zoom in het setup-menu.
• Wanneer R (Tegenlicht) (HDR instelling anders is dan Uit), Auto onderwerp selectie,
Portret, Nachtportret, Eenvoudig panorama in Panorama, Dierenportret of 3D-fotografie
is geselecteerd in de onderwerpstand, kan de digitale zoom niet worden gebruikt.
• Er zijn andere functies ingesteld, die het gebruik van de digitale zoom beperken.
• Er is een andere functie ingesteld, die de werking van Beeldformaat beperkt.
• Wanneer de onderwerpstand is ingesteld op Eenvoudig panorama onder Panorama
of 3D-fotografie, dan is het beeldformaat vast ingesteld.
• Uit is ingesteld op Sluitergeluid onder Geluidsinstellingen in het setup-menu.
• Sport, Museum of Dierenportret is geselecteerd als onderwerpstand.
• Andere functies waarbij gebruik van het sluitergeluid niet mogelijk is.
• Blokkeer de luidspreker niet.
Uit is ingesteld voor AF-hulplicht in het setup-menu. Zelfs als Automatisch is ingesteld, is
het mogelijk dat de AF-hulpverlichting niet gaat branden, afhankelijk van de positie van het
scherpstelveld of de opnamestand.
Objectief is vuil. Reinig het objectief.
Witbalansinstelling komt niet overeen met lichtbron.
Als een onderwerp van achter wordt verlicht of wanneer een opname wordt gemaakt met
een extreem heldere lichtbron in beeld, zoals de zon, is het mogelijk dat ringvormige of
regenboogkleurige strepen verschijnen in het beeld.
Verander de positie van de lichtbron of zorg dat deze buiten beeld valt en probeer nogmaals
om de opname te maken.
Het onderwerp is donker, waardoor de sluitertijd te kort wordt of de ISO-waarde te hoog.
• Gebruik de flitser.
• Een lagere ISO-waarde instellen.
• Flitsvenster is afgedekt.
• Onderwerp bevindt zich buiten flitsbereik.
• Pas belichtingscompensatie aan.
• Verhoog de ISO-waarde.
• Onderwerp is gefotografeerd met tegenlicht. Activeer de flitser, stel de onderwerpstand
in op R(Tegenlicht) met HDR ingesteld op Uit of stel de flitsstand op m (invulflits) in.
Oorzaak/Oplossing
A
56
65
75
104
38, 39, 39,
40, 43,
44, 45
75
75
43, 45
104
40, 42,
44
75
2
104
F6
68, E31
–
56
69, E38
28
56
64
69, E38
38, 56