De zoom gebruiken
Verdraai de zoomknop om optisch zoomen te
activeren.
• Draai de knop naar g (telezoomstand) om in te
zoomen en het onderwerp een groter deel van het
beeld vult.
• Draai de knop naar f (groothoekstand) om uit te
zoomen, waardoor het zichtbare gebied rondom
het onderwerp groter wordt.
• Door de zoomknop snel volledig naar links of rechts
te draaien, zal de zoom snel worden ingesteld; draait
u de knop slechts deels, dan wordt de zoom
langzaam ingesteld (behalve tijdens filmopname)
• De zoom kan ook worden bediend door de zoom
knop aan de zijkant (A2) naar g of f te draaien.
De functie van de zoomknop aan de zijkant kan
worden ingesteld met Zijzoomknop toewijzen
in het setup-menu (A103).
• De hoeveelheid zoom verschijnt aan de bovenzijde
op het monitorscherm zodra de zoomknop wordt
verdraaid.
• De zoomknop verdraaien naar g bij de maximale
optische zoomfactor activeert de digitale zoom en
de digitale zoom kan 2× extra worden vergroot
bovenop de optische zoom.
C
Digitale zoom en interpolatie
• Als de digitale zoom wordt gebruikt, neemt de beeldkwaliteit
af wanneer de zoomfactor verder wordt verhoogd dan de V
stand op de zoombalk.
De V stand gaat naar rechts naarmate het beeldformaat
(A73) kleiner wordt.
• Door gebruik te maken van Digitale zoom in het setup-menu (A103) is het mogelijk de digitale
zoom zodanig in te stellen dat deze niet werkt.
C
Meer informatie
• Zie "Zoomgeheugen" (A69) voor meer informatie.
• Zie "Start zoomstand" (A69) voor meer informatie.
Stap 3 Het beeld kadreren
Uitzoomen
Inzoomen
Optische
Digitale
zoom
zoom
29