Download Inhoudsopgave Inhoud Print deze pagina

Elektrische Aansluiting; Na Installatie Moet De Stroomsterkte Gemeten; Inbedrijfstelling & Werking; Ontsteking - Reznor RHC 4050 RJL Handleiding

Inhoudsopgave

Advertenties

Aandacht :
Tijdens de ontsteekcyclus van ongeveer 45 seconden gebruikt het toestel 130W per warmtesectie méér dan
vermeld op het typeplaatje.
5.1.
Aansluiting op het elektriciteitsnet mag alleen
door gekwalificeerde personen gebeuren en
moet in overeenstemming zijn met alle van
toepassing zijnde reglementeringen.
5.2.
Controleer dat de elektrische specificaties in
overeenstemming zijn met de gegevens
vermeld op het typeplaatje van het toestel.
5.3.
Een afzonderlijke vergrendelbare werkscha-
kelaar is standaard voorzien op het RP-toestel.
Deze schakelaar voorkomt dat in vergrendelde
positie iemand het toestel inschakelt terwijl er
wordt aan gewerkt.
5.4.
Zorg ervoor dat het toestel goed geaard is en
dat een aardlektest wordt uitgevoerd.
5.5.
Bijkomende
ruimtetemperatuur,
circulatie, etc ...) is niet standaard inbegrepen
bij de levering van het toestel en moet
derhalve afzonderlijk worden besteld.
5.6.
Zorg bij het ontwerpen van externe controle
apparatuur, dat er ten alle tijde spanning op
het toestel blijft, zelfs wanneer deze appa-
ratuur in stand 'verwarming uit' staat.
5.7.
De elektriciteit mag nooit
worden voordat:
Het toestel werd, vóór het verlaten van de fabriek, volledig op zijn goede werking getest. Indien het
installeren conform deze instructies werd uitgevoerd, kan het toestel in bedrijf worden gesteld.
6.1

ONTSTEKING

6.1.1. Zorg
dat
de
gemonteerde
geopend zijn.
6.1.2. Open hoofdkraan & alle individuele gas-
kranen.
6.1.3. Schakel de elektrische spanning in en zet
de keuzeschakelaar op stand 'verwarming'.
6.1.4. Zet de ruimte- of de kanaalthermostaat op
warmtevraag.
6.1.5. Zet
de
tijdschakelaar
eveneens op stand 'AAN'.
6.1.6. Bij oplichten van de signaallamp(en) op het
afstandsbedieningpaneel,
indrukken.
0204RPRJLNLNL

5. ELEKTRISCHE AANSLUITING

apparatuur
(tijdschakeling,
vorstbeveiliging,
uitgeschakeld
6. INBEDRIJFSTELLING & WERKING
schoepen
van
eventueel.
uitblaasroosters
(indien
toegepast)
'reset'
knop(pen)
5.8.
toestel, dienen alle niet gebruikte kabelwartels
luchtdicht te worden afgesloten.
5.9.
de ventilator vergeleken worden met de pijl op
het ventilatorhuis. Bij verkeerde draairichting, 2
fasedraden
verwisselen.

5.10. Na installatie moet de stroomsterkte gemeten

worden met werkende ventilator. De bekomen
waarde moet worden vergeleken met de
lucht-
gegevens vermeld op het motorplaatje. Deze
stroomsterkte
hoofdschakelkast. Alle panelen van ventilator-
& filterkast dienen hierbij gesloten te zijn.
5.11. Controleer dat de opgenomen stroomsterkte in
overeenstemming is met de gegevens die op
het motorplaatje zijn vermeld.
5.12. Indien de opgenomen stroomsterkte te hoog
is, dient het toerental van de ventilator te
worden
'instellen ventilatorsnelheid').
6.1.7. De brander (per toestel) zal nu binnen 1 min.
volledig
6.1.8. Voor een nieuwe installatie en bij eventuele
aanwezigheid van lucht in de gasleiding
kunnen 3 ontsteekcycli noodzakelijk zijn.
Indien het toestel niet ontsteekt, zie dan hfd.
'storingen'.
6.1.9. Gastoevoerdruk en branderdruk moeten over-
eenstemmen met de gegevens in tabel 1 en
tabel 2. Indien de toevoerdruk hoger is dan 25
mbar, moet er een drukregelaar met constante
einddruk worden geplaatst. Bij een gasdruk
lager dan 20 mbar moet de gasmaatschappij
worden gewaarschuwd.
§ de thermostaat op 'UIT' staat
§ de gaskraan gesloten is
§ de ventilator gestopt is (niet bij continue
ventilatie).
In verband met de luchtdichtheid van het
Bij 3-fase motoren moet de draairichting van
in
de
wordt
verminderd
automatisch ontsteken en 1 min. later zal ook
de luchttransportventilator starten.
hoofdschakelkast
gemeten
in
de
(zie
RP-handleiding
5/18

Advertenties

Inhoudsopgave
loading

Inhoudsopgave