UITGAVE 04/2015
GEBRUIKSAANWIJZING
7.4
SPUITEN
1. Visuele controle: persoonlijke
beschermingsmiddelen, aarding en alle
apparaten gereed voor gebruik.
2. Borg het spuitpistool en plaats de
spuitkop in het spuitpistool.
3. Stel op de drukregelaar (1) de gewenste
werkdruk in.
4. Open de kogelkraan (2) langzaam.
5. Optimaliseer het spuitbeeld volgens de
handleiding van het spuitpistool.
6. Start de werkzaamheden.
7.5
DRUKONTLASTING/WERK ONDERBREKEN
1. Sluit het spuitpistool.
2. Sluit de kogelkraan (2).
3. Ontlast het systeem van druk door de trekker van het spuitpistool over te halen.
Opgelet: wanneer een verstopte spuitkop de ontlasting verhindert, eerst de
volgende stappen 4 en 5 uitvoeren en dan de spuitkop reinigen.
4. Sluit het spuitpistool en borg het.
5. Open en sluit de terugloopklep (3) langzaam weer voor een volledige
drukontlasting.
Indien met het systeem 2K-materialen worden verwerkt:
Uitgehard werkmateriaal in het spuitsysteem bij verwerking van 2K-materiaal!
Vernietiging van pomp en spuitsysteem.
Neem goed nota van de verwerkingsvoorschriften van de fabrikant, met name de
verwerkingstijd.
Voer vóór het verstrijken van de verwerkingstijd een basisspoeling uit.
De verwerkingstijd wordt door warmte verkort.
BESTELNUMMER DOC2367552
LET OP
1
dicht
2
open
3
4
5
B_05292
7
6
39