2.4
Instellingen
Luchtkleppen
OPMERKING
L
De weerstand wordt met behulp van de luchtklephendel aan de zijkant van het vliegwiel
aangepast tussen positie 1 (laag) en 10 (hoog). Hierdoor verandert de luchttoevoer naar het
vliegwiel. Wij raden aan om de luchtklep in het begin op stand 3 te zetten.
een niveau hoger = hogere weerstand
Hielsteun en voetband
Er zijn verschillende instellingen voor de hielondersteuning. Stel
de hielsteunen goed af voordat je begint met trainen.
1.
Maak de voetband los door het klittenband te openen, je
voet door de voetband te schuiven en op de hielsteun te
gaan staan.
2.
Trek de voetband van de hielsteun voldoende omhoog om uw
hiel te ondersteunen en de voetband zit dan over het breedste
deel van je voet.
3.
Strek de voetband vast aan het losse uiteinde van het klittenband
en maak het klittenband weer vast.
een niveau lager = een lagere weerstand
15