4.2.2. Noodstop
a)
Druk de rode noodstopknop in de uit-stand op de elektronische componenten of bedieningselementen
op het platform om alle functies te stoppen.
b)
Herstel elke functie die werkt wanneer de aan/uit-schakelaar en de rode noodstopknop worden
ingedrukt.
4.2.3. Nooddalen
Trek aan de nooddaalknop om het platform neer te laten.
4.2.4. Acties na gebruik
a)
Kies een veilige parkeerlocatie - een harde, vlakke ondergrond die vrij is van obstakels en verkeer.
b)
Laat het platform zakken.
c)
Draai de sleutelschakelaar naar de uit-stand en verwijder de sleutel om onbevoegd gebruik te
voorkomen.
d)
Laad de accu's op
4.3. Grondbediening
Houd een veilige afstand tussen de operator, de machine en vaste objecten.
Let bij het gebruik van de controller op de rijrichting.
4.3.1. Activering van de elektronische bedieningsfunctie
a)
Zorg ervoor dat de accu is aangesloten voordat u het apparaat start.
b)
Zet de sleutelschakelaar op elektronische bediening.
c)
Schuif de rode noodstopknoppen van de grond- en platformbediening uit naar de stand aan.
4.3.2. Instelling platformpositie
Houd de hef-inschakelknop en de platform omhoog/omlaag-knop op het bedieningspaneel ingedrukt om de
platformpositie aan te passen.
De rij- en stuurfuncties zijn niet beschikbaar via de elektronische bedieningselementen.
4.4. Bediening vanaf het platform
4.4.1. De platformbedieningsfunctie starten
a)
Zorg ervoor dat de accu is aangesloten voordat u het apparaat start.
b)
Draai het contactslot naar platformbediening.
c)
Schuif de rode noodstopknoppen van de grond- en platformbediening uit naar de stand aan.
4-2
Gebruiksaanwijzing