1)
Elektrische componenten, bedrading en elektrische bedrading.
2)
Flexibele hydraulische slangen, koppelingen, cilinders, collectoren.
3)
Voortstuwingsmotoren.
4)
Stootkussens
5)
Banden en wielen.
6)
Motor en aanverwante componenten.
7)
Alarm en indicator (indien aanwezig).
8)
Moeren, bouten en andere bevestigingsmiddelen.
9)
Remontgrendelingselementen.
10) Veiligheidsarm
11) Platformuitbreiding
12) Schaarpen en borgconnectoren.
13) Platform-bedieningshendel
14) Boomslang en voetsteun (indien aanwezig).
15) Accu en aansluitingen.
16) Aardingstape.
17) Ketting of toegangspoort tot het platform
18) Platform-overbelastingscomponenten.
19) Put-afdekking.
20) Bevestigingspunten voor veiligheidslijnen.
21) Controleer de machine op:
Barsten in voegen of structurele elementen.
Deuken of schade.
Roest, corrosie of oxidatie.
f)
Zorg ervoor dat alle structurele componenten en andere kritieke componenten aanwezig zijn en dat
alle bijbehorende bevestigingen en tapeinden op hun plaats zitten en goed vastgedraaid zijn.
g)
Zorg ervoor dat de motorplanken gesloten en vergrendeld zijn en dat de accu's correct zijn
aangesloten.
h)
Zorg ervoor dat het masker op zijn plaats zit en vergrendeld is na inspectie.
Als het platform omhoog moet om de machine te controleren, zorg er dan voor dat de veiligheidsarm op
zijn plaats zit. Zie Hoofdstuk "Gebruiksaanwijzing".
3-2
Gebruiksaanwijzing