Gebruiksaanwijzing
3.3. Inspectie van de werkplek
De operator mag de machine alleen bedienen als:
Hij de principes van een veilige bediening van de machine in deze handleiding leert en toepast.
a)
Vermijd gevaarlijke situaties.
b)
Voer altijd controles uit voordat u met de werkzaamheden begint.
c)
Voer altijd een functionele test uit voordat u de machine start.
d)
De werkplek controleren.
e)
Voordat u verder gaat met het volgende hoofdstuk, moet u zich vertrouwd maken met de principes van
de inspectie vóór de operatie en deze begrijpen.
f)
De machine enkel gebruiken in overeenstemming met de bestemming.
3.3.1. Basisprincipes van werkplekinspectie
Inspectie op de werkplek helpt de operator om te bepalen of de werkplek geschikt is voor een veilige
bediening van de machine. De operator moet de inspectie uitvoeren voordat hij de machine naar de
werkplek brengt.
Het is de verantwoordelijkheid van de operator om de gevaren op de werkplek te lezen en te onthouden, om
ze vervolgens in de gaten te houden en ze te vermijden bij het verplaatsen, opstellen en bedienen van de
machine.
3.3.2. Inspectie van de werkplek
Houd rekening met de volgende risico's en vermijd ze.
a)
Hellingen of gaten.
b)
Oneffenheden, obstakels of vuil.
c)
Hellende oppervlakken.
d)
Instabiele of gladde oppervlakken.
e)
Obstakels en elektrische leidingen.
f)
Gevaarlijke locaties
g)
Onvoldoende ondersteuning van het oppervlak om alle door de machine uitgeoefende
belastingskrachten te ondersteunen.
h)
Wind- en weersomstandigheden.
i)
Onbevoegd personeel.
j)
Andere mogelijke gevaarlijke omstandigheden.
3-9