pennen te halen en de pennen verwijderen. Vervolgens
klapt u de rolbeugel langzaam omlaag en zet u hem
vast met de pennen om te voorkomen dat hij de kap
beschadigt.
1. Rolbeugel
2. Pen
4
Bandenspanning controleren
Geen onderdelen vereist
Procedure
De banden worden in de fabriek opzettelijk te hard
opgepompt. U moet daarom voor gebruik wat lucht laten
ontsnappen om de luchtdruk te verminderen. De juiste
bandendruk voor modellen zonder cabine is 1,03 bar in de
voorste banden en 1,72 bar in de achterste. Als de machine
over een cabine beschikt, dienen zowel de voor- als de
achterbanden opgepompt te worden tot 1,72 bar.
5
Vloeistofniveaus controleren
Geen onderdelen vereist
Procedure
1. Controleer het peil van de hydraulische vloeistof vóór
het starten van de motor; zie Peil van de hydraulische
vloeistof controleren in het hoofdstuk Onderhoud.
Figuur 5
3. R-pen
2. Controleer het motoroliepeil vóór en na het starten
van de motor, zie Motoroliepeil controleren in het
hoofdstuk Onderhoud.
3. Controleer het peil van de koelvloeistof vóór het
starten van de motor; zie Het koelsysteem controleren
in het hoofdstuk Onderhoud.
14