1.4. Naverwarming Zonneboiler
ä
Gevaar!
Indien het toestel als naverwarmer van een zonneboiler
functioneert mag het toestel en de warm water functie nooit
uitgeschakeld worden.
ä
Waarschuwing!
Indien het toestel is voorzien van een thermostatisch
mengventiel vóór het toestel mag de warmwatertemperatuur
niet lager dan 60°C worden ingesteld.
Bij gebruik van een zonneboiler zorgt de zon deels voor opwarmen
van het water. Wanneer de zon onvoldoende schijnt, moet het
sanitaire water naverwarmd worden tot minimaal 60 °C om het
risico op vorming van de legionellabacterie te voorkomen.
1.5. Installatieruimte
Opmerking
Gebruik het door Itho Daalderop ontwikkelde draagframe om
het toestel op te hangen wanneer de wandconstructie niet sterk
genoeg is of geluidsklachten kan veroorzaken.
Houd voor de plaatsing van het toestel rekening met het volgende:
Installeer het toestel :
●
-
in een ruimte waar het toestel geen geluidsoverlast kan
veroorzaken.
-
niet aan een te lichte wandconstructie waardoor
geluidsklachten, als gevolg van resonantie door het toestel,
worden voorkomen.
-
met inachtneming van de minimum veiligheidsafstanden
van hittegevoelige of ontvlambare en niet ontvlambare
materialen.
-
niet op een wand welke is vervaardigd van of bekleed met
hittegevoelig of ontvlambaar materiaal (bijvoorbeeld hout),
tenzij er een bescherming van niet brandbaar
isolatiemateriaal is toegepast.
-
in een ruimte die vorstvrij is.
-
waar een wandcontactdoos met randaarde aanwezig is.
-
waar een aansluiting op het riool, voor de condensafvoer,
aanwezig is.
-
aan een wand die het gewicht van het toestel kan dragen.
Houd rekening met de afmetingen van het toestel.
●
Houd rekening met de positie van en afstand tot dak- en/of
●
geveldoorvoeren.
Zorg dat de stekker van het netsnoer altijd bereikbaar blijft.
●
Houd de leidinglengte tussen toestel en tappunten voor warm
●
water zo kort mogelijk ter voorkoming van lange wachttijden en
onnodig waterverbruik.
9