3.10.7. Gesloten opstelling C63
Gesloten toestel geleverd zonder luchttoevoer- en
rookgasafvoerleidingen; ventilator in verbrandingslucht (voor
verbrandingskamer).
Het toestel wordt geleverd als C63-toestel.
Op het toestel mag uitsluitend Gastec QA gekeurd afvoermateriaal ,
geveldoorvoer en/of dakdoorvoeren, volgens Gastec Keuringseisen
83, worden aangesloten.
Dit betreft de rookgasafvoeren in de, voor dit toestel geldende,
toestelklassen.
ä
Let op!
De uitmonding van de eindstukken van de luchttoevoer en
rookgasafvoer mogen niet geplaatst worden in tegenover elkaar
liggende wanden van een gebouw.
Recirculatie van de rookgassen is toegestaan tot een maximum
●
van 10% bij alle windsnelheden.
3.10.8. Gesloten opstelling C83
Gesloten toestel aangesloten op een collectief leidingsysteem met
een gezamelijke natuurlijk werkende rookgasafvoer en een
individuele luchttoevoer; ventilator in verbrandingslucht (voor
verbrandingskamer).
ä
Let op!
Condensaat afkomstig uit het gemeenschappelijke
rookgasafvoerkanaal mag niet via het cv-toestel worden
afgevoerd.
De minimum lengte voor zowel de luchttoevoer als de
●
rookgasafvoer is 0,5 m bij Ø 80 mm
De diameter van het gemeenschappelijke rookgasafvoerkanaal
●
moet berekend worden op basis van het totale vermogen van
het aantal aangesloten cv-toestellen.
3.10.9. Gesloten opstelling C93
Gesloten toestel met afzonderlijke kanalen voor de luchttoevoer via
een bestaande schouw en rookgasafvoer door diezelfde bestaande
schouw, waarbij de schouw deel uitmaakt van het gebouw;
ventilator in verbrandingslucht (voor verbrandingskamer).
ä
Let op!
De afmeting van de schouw moet zodanig zijn dat, na plaatsing
van het rookgasafvoerkanaal, de ruimte voor de luchttoevoer
gelijk of groter is dan de luchttoevoer in een concentrisch
rookgasafvoersysteem.
35