6.3. Onderhoud
ä
Gevaar!
Bij het inspecteren en/of reinigen van het uitlaatgietstuk,
branderunit en warmtewisselaar moet de verdringer bestaande
uit een aluminiumdeel en een keramisch deel gedemonteerd
worden. Voordat men deze werkzaamheden uitvoert dient men
voorzorgsmaatregelen te treffen om mogelijk aanwezige
keramische vezels niet in te kunnen ademen of op de huid te
krijgen. De voorzorgsmaatregelen bestaan uit het toepassen van
de juiste Persoonlijke Beschermings Middelen (PBM).
Gebruik een stofmasker (Minimaal P2 filter), handschoenen en
veiligheidsbril.
ä
Gevaar!
Gebruik nooit perslucht om de onderdelen te reinigen. Het risico
op vrijkomen van keramische deeltjes is zeer groot.
Indien men gebruik wil maken van een stofzuiger dient deze
voorzien te zijn van een (HEPA) filter welke geschikt is voor het
uitfilteren van de genoemde keramische vezels.
ä
Waarschuwing!
Voorkom dat de keramische onderdelen van de
warmtewisselaar nat worden. Als de keramische onderdelen nat
zijn kunnen deze bij de eerstvolgende opstart van het toestel
defect raken door stoomvorming.
Opmerking
Gebruik nooit een staal- of messingborstel om onderdelen te
reinigen.
Tip
Noteer de verrichte metingen en werkzaamheden in de
servicetabel van dit document.
6.3.1. Reinigen uitlaatgietstuk
a) Verwijder het sifon van het uitlaatgietstuk.
b) Verwijder voorzichtig het uitlaatgietstuk en zorg er voor dat de
aluminium en keramische verdringers er niet uitvallen.
c) Verwijder de aluminium en keramische verdringers uit de
warmtewisselaar.
d) Plaats de keramische verdringer tijdelijk in een plastic zak en
bewaar hem buiten de werkplek zodat hij niet kan beschadigen.
e) Controleer het uitlaatgietstuk op vervuiling. Indien nodig
reinigen met water en een zachte borstel.
88
6.3.2. Inspectie verdringer
a) Controleer de keramische verdringer op afwijkingen, zoals
krom trekken of scheurvorming.
b) Indien nodig moet de keramische verdringer vervangen worden:
-
Plaats de verdringer in een afsluitbare plastic zak
-
Voorzie deze zak van de juiste waarschuwingssticker
lever deze in bij een industriële afvalverwerker.
*) Indien een nieuwe verdringer wordt aangeschaft zijn de noodzakelijke
materialen voor een verantwoorde afvoer bijgesloten.
6.3.3. Inspectie branderunit.
Verwijder de branderunit en controleer de volgende componenten:
brander, ontstekingselektrode en ionisatiepen.
De brander moet schoon zijn en mag geen beschadigingen of
●
scheuren hebben.
De ontstekingselektrode en ionisatie-elektrode mogen niet
●
kromgetrokken zijn en de isolatie mag niet gescheurd zijn.
Wanneer van de ontstekingselektrode de afstand tussen
ontsteekpen en aardpen groter is dan 5 mm verbuig dan eventueel
voorzichtig de aardpen totdat de afstand circa 4 +/- 0,5 mm is.
Inspecteer of de afstand tussen de ontsteekpen en de brander 8,5
+/- 0,5 mm bedraagt.
Inspecteer of de afstand tussen de ionisatie-elektrode en de
brander 8,5 +/- 0,5 mm bedraagt.
8,5 ±0,5
Indien nodig de onderdelen reinigen met een zachte borstel en een
stofzuiger voorzien van het juiste filter.
(*)
.
(*)
en
8,5 ±0,5