Wanneer de verwarmingsketel niet wordt gebruikt voor
een langere periode, worden de volgende handelingen
uitgevoerd:
- Zet de keuzeknop op (I) "uit" en controleer of het groen
controlelampje uitgaat.
- Zet de hoofdschakelaar van de installatie op "uit".
- Sluit de brandstof- en waterkranen van de verwar-
mingsinstallatie.
- Maak de verwarmingsinstallatie leeg indien het zou
kunnen vriezen.
b
De Technische Servicedienst r staat te uwer
beschikking mocht de hierboven beschreven pro-
cedure problemen meebrengen.
De buitenste panelen van de verwarmingsketel kunnen
worden schoongemaakt met een doek bevochtigd met
wat zeepsop.
Ingeval van hardnekkige vlekken, maakt u de doek
vochtig met een oplossing van 50% water en gedenatu-
reerde alcohol of met specifieke producten.
Na het schoonmaken wordt de verwarmingsketel
zorgvuldig afgedroogd.
b
De reiniging van de verbrandingsketel en de
rookkanalen moet periodiek worden uitgevoerd
door vakbekwaam personeel. (zie pagina 42).
UITSCHAKELING VOOR LANGE PERIODES
60
40
80
20
100
0
120
a
Gebruik geen schurende producten, benzine of tri-
chloorethyleen.
a
U mag uitsluitend aan een reinigingshandeling
beginnen nadat u eerst de verwarmingsketel van
het elektriciteitsnet hebt losgekoppeld, door de
hoofdschakelaar van de installatie en die op het
bedieningspaneel op "uit" te zetten.
GEBRUIKER - VERANTWOORDELIJKE INSTALLATIE
REINIGING
19