Besturingselementen en indicatoren
Bedieningstoetsen
Symbool
Omschrijving
a
AAN/UIT - Druk eenmaal op deze toets om het werkstation in te schakelen. Houd de toets twee seconden
ingedrukt om het werkstation uit te schakelen. Mocht het systeem gereset moeten worden, houd de toets
dan ten minste vier seconden ingedrukt en druk vervolgens nogmaals op de toets om het werkstation in te
a
schakelen.
Indicatorlampjes
Symbool
Omschrijving
j
Batterij-indicator - Als het lampje brandt, werkt het werkstation op de interne batterij; als het lampje knippert,
is het batterijvermogen laag en wordt het systeem automatisch uitgeschakeld.
j
k
Netspanningsindicator - Als het lampje brandt, is het werkstation aangesloten op netspanning en wordt de
batterij opgeladen.
k
b
ACE-statusindicator - Als het lampje brandt, is het werkstation aangesloten op ACE.
c
AUX-statusindicator - Niet in gebruik
d
AAN-statusindicator - Als het lampje brandt, is het werkstation operationeel.
w
Systeemfoutindicator - Deze indicator op het werkstation gaat branden wanneer er een interne storing wordt
gedetecteerd.
1000DF00732 uitgave 1
Alaris™ Gateway-werkstation v1.5
Besturingselementen en indicatoren
7/26