Menu 5.2 - systeeminstellingen
Hier verricht u verschillende systeeminstellingen voor
de warmtepomp, bijv. welke accessoires er geïnstal-
leerd zijn.
Als de ketel is aangesloten op de F1155PC, moet hier
de warmtapwaterproductie worden geactiveerd.
Er zijn twee manieren waarop aangesloten accessoires
geactiveerd kunnen worden. U kunt het alternatief
markeren in de lijst of gebruik maken van de automa-
tische functie "geïnstalleerde acc. zoeken".
geïnstalleerde acc. zoeken
Markeer "geïnstalleerde acc. zoeken" en druk op de
OK-toets om automatisch aangesloten accessoires voor
de F1155PC te vinden.
LET OP!
Bepaalde accessoires worden niet automatisch
gevonden, maar moeten handmatig worden
aangevinkt, zie menu 5.4.
Voorzichtig!
Vink alleen de optie externe (open) bronpomp
aan als het accessoire AXC 40 moet worden
gebruikt om de circulatiepomp te regelen.
Menu 5.3 - instellingen accessoire
De bedrijfsinstellingen voor accessoires die geïnstal-
leerd en geactiveerd zijn, worden verricht in de subme-
nu's hiervoor.
Menu 5.3.1 - FLM
voortdurend pompbedr.
Instelbereik: aan/uit
Fabrieksinstelling: uit
tijd tussen ontdooibeurten
Instelbereik: 1 – 30 u
Standaardwaarde: 10 u
maanden t. filteralarms
Instelbereik: 1 – 12
Standaardwaarde: 3
koelen activeren
Instelbereik: aan/uit
Fabrieksinstelling: uit
voortdurend pompbedr.: Selecteren voor continu
bedrijf van de circulatiepomp in de afvoerluchtmodule.
tijd tussen ontdooibeurten: Stel de minimale tijd in
die moet verstrijken tussen ontdooiprocedures van de
warmtewisselaar in de afvoerluchtmodule.
Als de afvoerventilatieluchtmodule in bedrijf is, wordt
de warmtewisselaar gekoeld, zodat er ijs op wordt
gevormd. Als er te veel ijs wordt gevormd, neemt de
warmteoverdrachtscapaciteit van de warmtewisselaar
af en moet er worden ontdooid. Bij ontdooien warmt
56
Hoofdstuk 8 |
Regeling - Menu's
de warmtewisselaar op, zodat het ijs smelt en wegloopt
via de condens afvoerslang.
maanden t. filteralarms: Stel in hoeveel maanden er
moeten verstrijken voordat de warmtepomp aangeeft
dat het tijd is om het filter in de afvoerluchtmodule te
reinigen.
Maak het luchtfilter van de afvoerluchtmodule regel-
matig schoon. Het interval hangt af van de hoeveelheid
stof in de ventilatielucht.
koelen activeren: Activeer hier koeling via de afvoer-
luchtmodule. Als de functie geactiveerd is, worden de
koelingsinstellingen weergegeven in het menusysteem.
Menu 5.3.2 - shuntgestuurde bijverw.
bijverwarming voorrang
Instelbereik: aan/uit
Fabrieksinstelling: uit
start diff. bijverwarming
Instelbereik: 0 – 2000 GM
Standaardwaarde: 400 GM
minimale looptijd
Instelbereik: 0 – 48 u
Standaardwaarde: 12 u
min. temp.
Instelbereik: 5 – 90 °C
Standaardwaarde: 55 °C
mengklep versterker
Instelbereik: 0,1 –10,0
Standaardwaarde: 1,0
mengklep stap vertraging
Instelbereik: 10 – 300 s
Standaardwaarde: 30 s
Stel hier de minimale looptijd en de minimale tempe-
ratuur in voor het starten van de externe bijverwarming
met shunt, zoals een hout-/olie-/gas-/pelletgestookte
boiler.
Voor de shunt kunt u de shuntversterking en de
shuntwachttijd instellen. Als u "start diff. bijverwar-
ming" kiest, wordt de shuntklep net zo lang geregeld
als er warmte beschikbaar is, anders wordt de shunt-
klep gesloten.
Raadpleeg de installatie-instructies voor het accessoire
voor een beschrijving van de werking.
NIBE™ F1155PC