Temperatuursensor, verbinding externe
doorstroming
Als temperatuursensor, verbinding externe stroom
(BT25) moet worden gebruikt, moet deze op de klem-
menstroken X6:5 en X6:6 op de ingangskaart (AA3)
worden aangesloten. Gebruik een 2-aderige kabel van
min. 0,5 mm² dik.
AA3-X6
Ruimtevoeler
De F1155PC wordt geleverd met een ruimtevoeler
(BT50). De ruimtevoeler heeft drie functies:
1. Weergave van de actuele kamertemperatuur in de
display van de F1155PC.
2. Optie om de gewenste kamertemperatuur in °C te
veranderen.
3. Mogelijkheid tot wijzigen/stabiliseren van de
aanvoertemperatuur op basis van de kamertempe-
ratuur.
Installeer de sensor in een neutrale positie waar de in-
steltemperatuur is vereist. Een geschikte locatie is op
een vrije binnenwand in een hal op ca. 1,5 m boven de
grond. Het is belangrijk dat de sensor tijdens het meten
van de juiste kamertemperatuur niet wordt gehinderd,
wat het geval is als de sensor in een nis, tussen planken,
achter een gordijn, boven of nabij een warmtebron, in
een tochtstroom van een buitendeur of in direct zon-
licht wordt geplaatst. Ook dichtgedraaide radiatorther-
mostaten kunnen problemen veroorzaken.
De warmtepomp werkt zonder de sensor, maar indien
de gebruiker de binnentemperatuur van de woning
wil aflezen op de display van de F1155PC, moet de
sensor worden geïnstalleerd. Sluit de kamersensor aan
op de X6:3 en X6:4 op de ingangsprintplaat (AA3).
Indien de voeler wordt gebruikt om de kampertempe-
ratuur te wijzigen in °C en/of om de kamertemperatuur
te wijzigen/stabiliseren, moet de sensor worden geac-
tiveerd in menu 1.9.4.
Indien de ruimtevoeler wordt gebruikt in een kamer
met vloerverwarming, dient deze uitsluitend een
weergavefunctie te hebben en geen controlerende
functie van de kamertemperatuur.
NIBE™ F1155PC
F1155
1 2 3 4 5 6 7 8 9
F1145
AA3-X6
LET OP!
Wijzigingen van temperatuur in de woning
nemen tijd in beslag. Korte perioden in combi-
natie met vloerverwarming leveren bijvoor-
beeld geen merkbaar verschil op in de kamer-
temperatuur.
Instellingen
FD1-BT30
AA1-X7
AA1-X3
FD1-BT30
AA1-SF2
AA1-X3
AA1-X7
Elektrische bijverwarming - maximaal vermo-
gen
F1155PC-6
Max.
Aantal aansluitstappen
1x230V
4,5 kW
9
3x400V
6,5 kW
13
Instelling max. elektrisch vermogen
U kunt het maximale vermogen van de elektrische bij-
verwarming instellen in menu 5.1.12.
In de tabellen wordt de totale fasestroom voor de
elektrische bijverwarming weergegeven.
Hoofdstuk 5 |
1 2 3 4 5 6 7 8 9
F1155
F1245
RG05
AA1-SF2
F1255
Elektrische aansluitingen
F1155
19