Afmetingen en waterzijdige
aansluitingen
560
600
535
460
405
130
55
Afmetingen leiding
Aansluiting
(XL6)/(XL7) Bronvloeistof in/out ext Ø
(XL1)/(XL2) Verwarmingsmedium aan-
voer/retour ext Ø
(XL3)/(XL4) Koud water/warmtapwater Ø
* Kan worden gebogen voor zijaansluiting.
NIBE™ F1155PC
Bronsysteem
Collector
Max. lengte per lus van de collector mag niet langer
zijn dan 400 m.
In het geval er meerdere collectoren benodigd zijn,
dienen deze parallel te worden aangesloten met de
mogelijkheid om de doorstroming van de betreffende
collector in te regelen.
440
Bij horizontale collector moet de slang op een diepte
worden aangebracht die wordt bepaald door de om-
standigheden ter plaatse en moet de afstand tussen
de slangen minstens 1 meter zijn.
Voor meerdere boorgaten moet de afstand tussen de
gaten worden bepaald aan de hand van de omstandig-
heden ter plaatse.
Zorg ervoor dat de horizontale collectorslang voortdu-
rend omhoog loopt naar de warmtepomp. Hierdoor
worden luchtbellen in het systeem voorkomen. Indien
dit niet mogelijk is, dienen er ontluchtingsmogelijkhe-
den te worden aangebracht.
Indien de temperatuur van het bronsysteem tot onder
0 °C kan dalen, moet het water tegen bevriezing wor-
den beveiligd tot -15 °C. Een goede richtwaarde voor
het berekenen van het volume is 1 liter voorgemengde
bronvloeistof per meter collectorslang (bij gebruik van
PEM-slang 40x 2,4 PN 6,3).
Zijaansluiting
U kunt de flexibele aansluitingen van de bronvloeistof
buigen voor een zijaansluiting in plaats van een boven-
aansluiting.
Een aansluiting buigen:
1. Ontkoppel de leiding van de bovenaansluiting.
2. Buig de leiding in de gewenste richting.
(mm)
28
3. Kort, indien nodig, de leiding af tot de gewenste
(mm)
22
Het bronsysteem aansluiten
Isoleer alle binnenleidingen voor de bronvloeistof
(mm)
22
tegen condensatie.
Het niveaureservoir moet worden geïnstalleerd op
het hoogste punt van het bronsysteem van de bin-
nenkomende leiding vóór de circulatiepomp van het
bronsysteem (optie 1).
Indien het niveaureservoir niet op het hoogste punt
kan worden geplaatst, moet er een expansievat
worden gebruikt (optie 2).
LET OP!
De lengte van de collectorslang varieert en is
afhankelijk van de eigenschappen van gesteen-
te/bodem, de klimaatzone en het afgiftesys-
teem (radiatoren of vloerverwarming).
lengte.
Hoofdstuk 4 |
Aansluiting van de leidingen
11