temperatuur naar het klimaatsysteem. Dit betekent
dat de F1155PC nooit een lagere temperatuur berekent
dan de hier ingestelde.
Als er meer dan één afgiftesysteem is, kan de instelling
afzonderlijk worden verricht voor ieder systeem.
TIP
De waarde kan worden verhoogd als u, bijvoor-
beeld, een kelder hebt die u altijd wilt verwar-
men, zelfs in de zomer.
U moet mogelijk ook de waarde in "stop ver-
warming" menu 4.9.2 "instelling modus auto"
verhogen.
Menu 1.9.4 - instellingen ruimtesensor
factor systeem
verwarming
Instelbereik: 0,0 - 6,0
Fabrieksinstelling verwarming: 2,0
koeling
Instelbereik: 0,0 - 6,0
Fabrieksinstelling koeling: 1,0
Ruimtevoelers voor het regelen van de kamertempera-
tuur kunnen hier worden geactiveerd.
Hier kunt u een factor instellen (een numerieke waar-
de), die bepaalt in welke mate een over- of subnormale
temperatuur (het verschil tussen de gewenste en de
huidige kamertemperatuur) in de ruimte van invloed
is op de aanvoertemperatuur naar het afgiftesysteem.
Een hogere waarde levert een grotere en snellere ver-
andering van de stooklijnverschuiving op.
Voorzichtig!
Een te hoog ingestelde waarde voor "factor-
systeem" kan (afhankelijk van uw afgiftesys-
teem) resulteren in een instabiele kamertem-
peratuur.
Indien er meerdere afgiftesystemen geïnstalleerd zijn,
kunnen de bovengenoemde instellingen worden ver-
richt voor de betreffende systemen.
NIBE™ F1155PC
Menu 1.9.5 - instellingen koeling
gebruik ruimtesensor
Instelbereik: aan/uit
Fabrieksinstelling: uit
inst pt-wrd koel/verw-sensor
Instelbereik: 5 - 40 °C
Standaardwaarde: 21
verw. bij ondertemp. kamer
Instelbereik: 0,5 - 10,0 °C
Standaardwaarde: 1,0
koeling bij overtemp. kamer
Instelbereik: 0,5 - 10,0 °C
Standaardwaarde: 1,0
tijd t. schakelen warm/koel
Instelbereik: 0 - 48 u
Standaardwaarde: 2
U kunt de F1155PC gebruiken om de woning tijdens
warme perioden te koelen.
Voorzichtig!
De aanvoertemperatuur voor het afgiftesys-
teem moet worden ingesteld aan de hand van
het aangesloten klimaatsysteem. Zo kan een
vloerkoeling met een lage aanvoertempera-
tuur tot condensvorming leiden en dat kan in
het ergste geval vloerschade tot gevolg heb-
ben.
min. temp. aanvoer koeling
Stel de minimumtemperatuur voor de aanvoertempe-
ratuur naar het klimaatsysteem tijdens koelen in. Dit
betekent dat de F1155PC nooit een temperatuur bere-
kent die lager is dan de hier ingestelde temperatuur.
gebruik ruimtesensor
Hier kunt u instellen of er kamertemperatuursensoren
moeten worden gebruikt in de koelstand.
inst pt-wrd koel/verw-sensor
LET OP!
Deze insteloptie wordt alleen weergegeven
als sensoren voor koeling/verwarming (BT74)
zijn geïnstalleerd en geactiveerd in de
F1155PC.
Hier kunt u instellen bij welke binnentemperatuur
F1155PC moet schakelen tussen respectievelijk verwar-
ming en koeling.
Hoofdstuk 8 |
Regeling - Menu's
39