8.
Als de pen op zijn plaats is, laat u de spuitboom
los en zet u de gaffelpen vast met de borgpen
die u eerder hebt verwijderd.
9.
Herhaal stap
2
tot en met
de actuatorstang aan de andere kant van de
machine.
8
voor het lager van
Onderhoud motor
Veiligheid van de motor
U moet de motor afzetten voordat u het oliepeil
controleert of het carter bijvult met olie.
Luchtfilter controleren.
Onderhoudsinterval: Bij elk gebruik of dagelijks
Het luchtfilter moet vaker een
onderhoudsbeurt krijgen als
de machine wordt gebruikt in
buitengewoon stoffige of zanderige
omstandigheden.
1.
Stel de parkeerrem in werking, schakel de
spuitpomp uit, zet de motor af en verwijder het
contactsleuteltje.
2.
Kantel de passagiersstoel naar voren en lijn de
steunstang uit met de pal in het geleidergat van
de steunstang.
3.
Veeg de stofkap en het luchtfilterhuis schoon
(Figuur
68).
1. Stofkap
2. Grendel (stofkap)
3. Luchtfilterelement
4.
Controleer de luchtfilterbehuizing op schade die
een luchtlek kan veroorzaken
Opmerking:
luchtfilterhuis als een van beide beschadigd is.
56
Figuur 68
4. Luchtfilterbehuizing
5. Stofklep
(Figuur
Vervang de stofkap en het
g028188
68).