•
Gebruik uitsluitend een goedgekeurd vat of blik
voor de brandstof.
•
Wanneer de motor loopt of heet is, mag u
de brandstofdop niet verwijderen of brandstof
toevoegen.
•
Geen brandstof bijvullen of aftappen in een
afgesloten ruimte.
•
Bewaar de machine en het brandstofvat niet
op plaatsen waar open vlammen, vonken of
waakvlammen (bv. van een boiler of een ander
toestel) aanwezig kunnen zijn.
•
Probeer de motor niet te starten als u brandstof
hebt gemorst; voorkom elke vorm van open vuur
of vonken totdat de brandstofdampen volledig zijn
verdwenen.
Chemische veiligheid
Chemische stoffen die worden gebruikt in het
spuitsysteem kunnen gevaarlijk en giftig zijn voor de
gebruiker, omstanders en dieren en kunnen planten,
de bodem of eigendommen beschadigen.
•
Lees de informatie over de chemische stoffen.
Weiger de machine te gebruiken of te bedienen
als deze informatie niet beschikbaar is.
•
Voordat u onderhoud uitvoert aan een
spuitsysteem, moet u ervoor zorgen dat dit drie
keer is gespoeld en geneutraliseerd volgens de
instructies van de fabrikant(en) van de chemische
stoffen en moeten alle kleppen 3 cyclussen
hebben doorlopen.
•
Controleer of er voldoende water en zeep in de
buurt is, en als u in contact komt met chemische
stoffen, moet u deze onmiddellijk afspoelen.
•
U moet de waarschuwingsetiketten en de
veiligheidsinformatiebladen voor alle gebruikte
chemische stoffen zorgvuldig lezen en in acht
nemen, en uzelf beschermen volgens de
instructies van de fabrikant van de chemische
stoffen.
•
Bescherm altijd uw lichaam als u chemische
stoffen gebruikt. Om te voorkomen dat u in
aanraking komt met chemische stoffen, dient u
geschikte persoonlijke beschermingsmiddelen
(PPE) te gebruiken, zoals:
– oogbescherming, veiligheidsbril en/of
gelaatsscherm
– een chemicaliënpak
– een stof- of filtermasker
– handschoenen die bestand zijn tegen
chemicaliën
– rubberen laarzen of ander stevig schoeisel
– schone reservekleding, zeep en
wegwerphanddoeken om uzelf schoon
te maken
•
Zorg ervoor dat een goede training hebt gekregen
voordat u omgaat met chemische stoffen.
•
Gebruik de juiste chemische stof voor het werk.
•
Houd u aan de instructies van de fabrikant voor het
veilig gebruik van de chemische stof. Overschrijd
de aanbevolen systeembedrijfsdruk niet.
•
De machine niet vullen, kalibreren of reinigen
wanneer er mensen, in het bijzonder kinderen, of
huisdieren in de buurt zijn.
•
Zorg voor een goede ventilatie van de ruimte waar
u werkt met chemische stoffen.
•
Niet eten, drinken of roken als u in de buurt van
chemische stoffen werkt.
•
Spuitdoppen niet schoonmaken door erin te
blazen of ze in uw mond te nemen.
•
Was uw handen en andere onbedekte
lichaamsdelen altijd zo snel mogelijk nadat u met
chemische stoffen hebt gewerkt.
•
Bewaar chemische stoffen in hun originele
verpakking op een veilige plaats.
•
Voer ongebruikte chemische stoffen en
verpakkingen voor chemische stoffen af volgens
de instructies van de fabrikant en de plaatselijk
geldende voorschriften.
•
Chemische stoffen en dampen in de tank zijn
gevaarlijk; blijf altijd buiten de tank en houd uw
hoofd nooit boven of in de opening van een tank.
•
Volg alle plaatselijke voorschriften met betrekking
tot het strooien of spuiten van chemicaliën op.
Controles uitvoeren vóór
het gebruik
Voer elke dag de volgende controles uit voordat u de
spuitmachine gaat gebruiken:
•
Controleer de bandenspanning.
Opmerking:
De banden van deze machine
verschillen van autobanden: zij vereisen een
lagere spanning om compactie en beschadiging
van de grasmat te voorkomen.
•
Controleer het peil van alle vloeistoffen. Indien het
peil te laag is, moet u bijvullen met de vereiste
hoeveelheid vloeistof volgens de specificaties.
•
Controleer of het rempedaal werkt.
•
Controleer of de verlichting werkt.
•
Draai het stuurwiel naar links en naar rechts om
de stuurreactie te controleren.
•
Zet de motor af en controleer op olielekken, losse
onderdelen en andere waarneembare defecten.
Indien een van bovengenoemde zaken niet in orde is,
moet u de monteur hiervan op de hoogte stellen of
23