De machine slepen
In noodgevallen kan de machine over een korte
afstand worden gesleept. Toro adviseert echter
hiervan geen gewoonte te maken.
WAARSCHUWING
Als u de machine bij een te hoge snelheid
sleept, kunt u de controle over het stuur
verliezen. Dit kan letsel veroorzaken.
Sleep de machine nooit sneller dan
8 km per uur.
De machine moet worden gesleept door 2 personen.
Als de machine over een grote afstand moet
worden verplaatst, moet u deze vervoeren op een
vrachtwagen of een aanhanger; zie
transporteren (bladz.
26).
1.
Verwijder de drijfriem van de machine; zie
Onderhoud van de drijfriem (bladz.
2.
Bevestig een sleepkabel aan de lip op de
voorzijde van het machineframe
3.
Zet de transmissie van de machine in de
en zet de parkeerrem vrij.
NEUTRAALSTAND
Een aanhangwagen trekken
De machine kan een aanhangwagen trekken.
Als u een lading vervoert of een aanhangwagen trekt,
mag u de machine of de aanhangwagen niet te zwaar
beladen. Een te zware lading van de machine of
de aanhanger kan leiden tot slechte prestaties of
beschadiging van de remmen, as, motor, transaxle,
stuurinrichting, ophanging, carrosserie of banden.
Zorg er altijd voor dat 60% van het gewicht van de
lading zich in het voorste deel van de aanhangwagen
bevindt. Hierdoor komt ongeveer 10% van het totale
gewicht van de aanhangwagen op de trekhaak van
de machine.
De maximale lading mag niet zwaarder zijn
dan 454 kg, inclusief het maximaal toelaatbare
totaalgewicht van de aanhangwagen. Als het
maximale toelaatbare gewicht van de aanhangwagen
bijvoorbeeld 181,5 kg is, mag het gewicht van de
lading maximaal 544 kg zijn, inclusief de gebruiker(s).
Voor een goede remwerking en tractie moet de
laadbak altijd zijn geladen als u een aanhangwagen
trekt. U mag het maximaal toelaatbare totaalgewicht
van de trailer en het voertuig niet overschrijden.
Parkeer de machine nooit op een helling als er een
aanhangwagen is aangekoppeld. Als u toch op een
helling moet parkeren, dient u de parkeerrem in
werking te stellen en blokjes achter de wielen van de
aanhangwagen te plaatsen.
De machine
51).
(Figuur
20).
27