gewicht of de bestuurder dienen gedurende de
hele procedure op de stoel te blijven.
•
Rol op een vlakke ondergrond de machine 2 tot
3 meter recht achteruit en vervolgens recht vooruit
naar de plaats waar u vertrok. Hierdoor kan de
ophanging de bedrijfsstand aannemen.
•
Meet het toespoor met de wielen recht vooruit.
Stel de rijhoogte af op de gewenste stand; voer de
volgende procedure uit:
1.
Met Toro gereedschap nr. 6010 draait u de kraag
van de schokbreker om de lengte van de veer te
veranderen
(Figuur
1. Veer van schokbreker
2. Kraag
2.
Rol op een vlakke ondergrond de machine 2
tot 3 meter recht achteruit en vervolgens recht
vooruit naar de plaats waar u vertrok.
3.
Meet ter hoogte van de as de afstand tussen de
voorwielen aan de voorkant en de achterkant
van de wielen
(Figuur
1. Hart-op-hart-afstand –
achterkant wielen
2. Hart-op-hart-afstand –
voorkant wielen
53).
Figuur 53
3. Veerlengte
54).
Figuur 54
3. Middellijn van as
4.
Als deze afstand buiten het bereik van 0 ± 3 mm
valt, moet u de contramoeren aan het uiteinde
van de spoorstangen losdraaien
1. Spoorstang
5.
Draai aan beide spoorstangen om de voorzijde
van het wiel naar binnen of naar buiten te
draaien.
6.
Draai de contramoeren van de spoorstang weer
vast als de afstelling correct is.
7.
Zorg ervoor dat het stuur in beide richtingen
volledig kan uitslaan.
g034328
Het peil van de
transaxlevloeistof
controleren
Onderhoudsinterval: Om de 100 bedrijfsuren
Type olie: SAE 80W-90 (API-onderhoudsklasse SJ
of hoger)
1.
Rij de machine naar een horizontaal oppervlak,
stel de parkeerrem in werking, stop de motor en
neem het sleuteltje uit het contact.
2.
Verwijder de vulplug op de transaxle
Opmerking:
onderkant van de vulplug komen.
g009235
46
(Figuur
Figuur 55
2. Contramoer
(Figuur
Het vloeistofpeil moet tot aan de
55).
g034329
56).