Opmerking:
In de S
parkeerrem inschakelen en werken zolang de
accu niet leeg is.
Opmerking:
Als u het contactsleuteltje naar
de stand S
TART
tot deze aanslaat. Als de motor meer dan
10 seconden draait maar niet aanslaat, ga
dan terug naar de U
probleem is (bv. u moet de choke gebruiken, het
luchtfilter is verstopt, de brandstoftank is leeg,
de bougie werkt niet, enz.) alvorens de machine
opnieuw te starten.
Opmerking:
Als de machine is uitgerust
met een optioneel achteruitrijalarm en de
schakelhendel in de stand A
gezet wanneer de contactschakelaar in de stand
A
of S
staat, klinkt er een zoemer om de
AN
TART
bestuurder te waarschuwen dat de machine in
achteruitstand staat.
2.
Zet de schakelhendel van de machine in de
gewenste rijrichting.
3.
Zet de parkeerrem vrij.
4.
Trap langzaam het gaspedaal in.
Opmerking:
Als de motor koud is, moet u het
gaspedaal intrappen en ongeveer half ingetrapt
houden en de chokeknop uittrekken en op A
zetten. Zet de chokeknop terug in de stand U
zodra de motor warm is.
De machine stoppen
Belangrijk:
Als u de machine op een helling laat
stoppen, moet u de bedrijfsremmen intrappen en
de parkeerrem in werking stellen om te voorkomen
dat de machine van zijn plaats rolt. Als u het
gaspedaal gebruikt om de machine op de helling
tot stilstand te brengen, kan de machine schade
oplopen.
1.
Haal uw voet van het gaspedaal.
2.
Druk het rempedaal langzaam in om met de
bedrijfsremmen de machine volledig tot stilstand
te brengen.
Opmerking:
De lengte van de remweg
kan variëren, afhankelijk van de lading en de
snelheid van de machine.
De machine parkeren
1.
Stop de machine met de bedrijfsremmen door
het rempedaal ingedrukt te houden.
2.
Stel de parkeerrem in werking door de
parkeerremhendel naar u toe te trekken.
3.
Draai het contactsleuteltje linksom naar de
stand U
.
IT
-stand kunt u de
TART
draait, zal de motor draaien
-stand en ga na wat het
IT
CHTERUIT
4.
Verwijder de sleutel uit de contactschakelaar.
Een nieuwe machine
inrijden
Onderhoudsinterval: Na de eerste 100
Neem de richtlijnen voor het inrijden van een nieuwe
machine in acht om ervoor te zorgen dat deze goede
prestaties levert en een lange levensduur heeft.
•
Controleer regelmatig het peil van de vloeistoffen
wordt
en de motorolie. Let op signalen van oververhitting
van de machine of onderdelen ervan.
•
Na een koude start moet u de motor ongeveer
15 seconden laten warmlopen voordat u de
machine gebruikt.
•
Tijdens de eerste uren van de inrijperiode van
een nieuwe machine moet u krachtig remmen
vermijden. Nieuwe remvoeringen leveren pas na
enkele bedrijfsuren optimale prestaties doordat
de remmen dan als gevolg van het gebruik zijn
gepolijst (ingereden).
•
Varieer de snelheid van de machine tijdens het
AN
gebruik. Vermijd snel starten en stoppen.
IT
•
De motor heeft geen inrijolie nodig. De
originele motorolie is hetzelfde type olie
dat is voorgeschreven voor regelmatige
olieverversingen.
•
Zie hoofdstuk
bijzondere controles bij een klein aantal
draai-uren.
•
Controleer de stand van de voorwielophanging
en stel deze af indien nodig; zie
voorwielen afstellen (bladz.
De laadbak laden
Neem de volgende richtlijnen in acht bij het laden van
de laadbak en het gebruik van de machine:
•
Hou rekening met het laadvermogen van de
machine en beperk het gewicht van de lading
die u in de laadbak transporteert volgens de
specificaties in
label met het toelaatbare totaalgewicht van de
machine.
Opmerking:
voor gebruik van de machine op een gelijke
ondergrond.
•
Verminder het gewicht van de lading die u in de
laadbak transporteert als u de machine gebruikt
op hellingen en ruw terrein.
25
bedrijfsuren—Neem de richtlijnen
voor het inrijden van een nieuwe
machine in acht.
Onderhoud (bladz. 28)
Toespoor van
45).
Specificaties (bladz. 19)
Het laadvermogen geldt alleen
voor
en op het