Bouwgrootte
4
5
6
7
OPMERKING
Bij nominaal gebruik hebben de Optidrive Eco frequentieregelaars een verlies van 3%.
Bovenstaande gegevens zijn richtlijnen. Zorg ervoor dat de omgevingstemperatuur in de kast nooit boven de maximal toelaatbare
temperatuur komt.
3.9. Montagerichtlijnen IP66 frequentieregelaars
D e omgeving moet voldoen aan de omgevingseisen zoals die zijn beschreven in hoofdstuk 1 1. 1 . Omgevingseisen op pagina 60.
D e Optidrive moet verticaal gemonteerd worden op een vlakke ondergrond.
H oud rekening met voldoende ruimte rondom de regelaar zoals beschreven staat in onderstaande tabel.
D e montageplek en de bevestigingsmaterialen moeten zodanig worden gekozen dat ze het gewicht van de Optidrive kunnen
dragen.
Gebruik de Eco frequentieregelaar als mal om de gaten voor montage op de juiste plaats af te tekenen.
G ebruik de juiste wartels die afgestemd zijn op de gebruikte kabels. De wartelgaten voor de voedings- en motorkabel zijn
voorgevormd in de regelaar. De afmetingen van de wartelgaten staan beschreven in onderstaande tabel. De wartelgaten voor de
stuurstroombekabeling kunnen door de klant zelf toegevoegd worden.
X
Onder & boven
Bouw-
grootte
mm
in
2 & 3
200
7.87
OPMERKING
Bij nominaal gebruik hebben de Optidrive Eco frequentieregelaars een verlies van 3%.
Bovenstaande gegevens zijn richtlijnen. Zorg ervoor dat de omgevingstemperatuur in de kast nooit boven de maximal toelaatbare
temperatuur komt. Hoge temperaturen hebben zeer grote invloed op de levensduur van de Optidrive.
www.invertekdrives.com
X – Onder & boven
mm
in
200
7.87
200
7.87
200
7.87
200
7.87
Afmetingen wartels
Bouw-
Voedingskabel
grootte
2 & 3
PG21 (M25)
Y – Zijkant
mm
10
10
10
10
Motorkabel
Stuurstroom
PG21 (M25)
PG13.5 (M20)
Versie 3.07 | Optidrive Eco gebruikershandleiding | 15
in
0.39
0.39
0.39
0.39
3