Download Inhoudsopgave Inhoud Print deze pagina

Menu 5.3.4 - Zonneverwarming; Menu 5.3.7 - Externe Bijverwarming; Menu 5.3.11 - Modbus - Nibe VVM 500 Handleiding Voor Installateur

Verberg thumbnails Zie ook voor VVM 500:
Inhoudsopgave

Advertenties

MENU 5.3.4 - ZONNEVERWARMING

delta-T starten
Instelbereik: 1 – 40 °C
Standaardwaarde: 8 °C
delta-T stoppen
Instelbereik: 0 – 40 °C
Standaardwaarde: 4 °C
max. tanktemperatuur
Instelbereik: 70 – 85 °C
Standaardwaarde: 85 °C
max. zonnecollectortemp.
Instelbereik: 80 – 200 °C
Standaardwaarde: 125 °C
max. temp. zwembad zon
Instelbereik: 10 – 80 °C
Standaardwaarde: 30 °C
antivriestemperatuur
Instelbereik: -20 – +20 °C
Standaardwaarde: 2 °C
koeling zonnecollector start
Instelbereik: 80 – 200 °C
Standaardwaarde: 110 °C
delta-T starten, delta-T stoppen: Hier kunt u het tempe-
ratuurverschil tussen zonnecollector en zonneboiler in-
stellen, waarbij de circulatiepomp zal starten en stoppen.
max. tanktemperatuur, max. zonnecollectortemp.: Hier
kunt u de maximumtemperaturen in zonneboiler resp.
zonnecollector instellen, waarbij de circulatiepomp zal
stoppen. Dit om bescherming te bieden tegen te hoge
temperaturen in de zonneboiler.
max. temp. zwembad zon: Hier kunt u de maximumtem-
peratuur instellen waarbij het zonnepaneel stopt met de
zwembadverwarming (als de installatie op die manier is
opgezet). Zwembadverwarming is alleen mogelijk als er
een warmteoverschot is zodra aan de vraag naar verwar-
ming en/of warmtapwater is voldaan.
Als de unit een antivriesfunctie heeft en/of zonnepaneel-
koeling kunt u die hier activeren. Als de functie geacti-
veerd is, kunt u daar instellingen voor invoeren.
antivriesbescherming
antivriestemperatuur: Hier kunt u de temperatuur in de
zonnecollectoren instellen, waarbij de circulatiepomp
moet starten om bevriezing te voorkomen.
NIBE VVM 500
zonnepaneelkoeling
koeling zonnecollector start: Als de temperatuur in de
zonnecollector hoger is dan deze instelling, terwijl tege-
lijkertijd de temperatuur in de zonneboiler hoger is dan
de ingestelde maximumtemperatuur, wordt de externe
functie voor koeling geactiveerd.
Raadpleeg de installatie-instructies voor het accessoire
voor een beschrijving van de werking.

MENU 5.3.7 - EXTERNE BIJVERWARMING

Hier verricht u instellingen voor de externe bijverwar-
ming. Externe bijverwarming is bijvoorbeeld een olie- of
gasgestookte of elektrische externe boilerketel.
Als de externe bijverwarming niet stapgeregeld is, moet
naast het selecteren van het starten ervan ook de loop-
tijd voor de bijverwarming worden ingesteld.
Als de externe bijverwarming stapgeregeld is, is het
bijvoorbeeld mogelijk om te selecteren wanneer de bij-
verwarming moet starten, om het max. aantal toegesta-
ne stappen in te stellen en in te stellen of binaire stap-
pen wel of niet moeten worden gebruikt.
Als u "bijverwarming voorrang" kiest, wordt de warmte
van de elektrische bijverwarming gebruikt in plaats van
de warmtepomp.
Raadpleeg de installatie-instructies voor het accessoire
voor een beschrijving van de werking.

MENU 5.3.11 - MODBUS

adres
Fabrieksinstelling: adres 1
word swap
Fabriekinstelling: niet geactiveerd
Vanaf Modbus 40 versie 10, kan het adres worden inge-
steld van 1 - 247. Eerdere versies hebben een vast adres
(adres 1).
Hier kunt u selecteren of u "word swap" wilt in plaats
van het vooraf standaard ingestelde "big endian".
Raadpleeg de installatie-instructies voor het accessoire
voor een beschrijving van de werking.
Hoofdstuk 8 | Regeling – Menu's
51

Advertenties

Inhoudsopgave
loading

Inhoudsopgave