1
V/cm
1
V/cm
2
V/cm
2
V/cm
5
V/cm
5
V/cm
10
V/cm
10
V/cm
20
V/cm
20
V/cm
50
V/cm
50
V/cm
42 Afregelingen
spanning met behulp van de bovenge-
noemde tijdbasisgenerator.
Maak enkele perioden zichtbaar. Stel
C750 (grof) en C752 (fijn) zodanig in
dat de rechthoekweergave overeenkom-
stig fig. 20 is.
Verlaag de kanteelspanning tot onge-
veer 1 kHz en stel in de verschillende
standen van SK3 als volgt in:
SK3
0,5 V,/cm
1
V/cm
2
V/cm
5
V/cm
10
V/cm
20
V/cm
50
V/cm
afregelcondensator
C736
C741
C727
C734
C740
C728
alleen controleren
De vorm van de spanning is weerge-
geven in fig. 20.
Indien men aan de juiste vorm twijfelt,
kan men eerst opzettelijk de slechte
Controle van de fasekarakteristiek
Vervang het meetraster door het faseraster
(M7 336 61), zie blz. 36.
Sluit op BU1 en op BU6 sinusvormige span-
ningen aan.
weergave veroorzaken door de regelcon-
densatoren te verdraaien en deze ver-
volgens in te stellen voor een juiste
vorm.
e. Amplitudekarakteri.rtiek
Draai R8 rechtsom. Sluit op BU6 een si-
nusvormige spanning met een frequentie
van 1 kHz aan. Stel de horizontale lijn
in op een lengte van 40 mm met behulp
van de schakelaar SK3 en de sinusgenera-
tor. Controleer de karakteristiek bij de
volgende frequenties bij constant ingangs-
signaal.
frequentie
lengte van de lijn
1 kHz
40 mm
1 MHz
~ 30 mm
Controleer vervolgens of de blokkerings-
condensator ingeschakeld is als SK7 in de
stand AC wordt gezet.
Controleer de fasekarakteristiek van de X-
versterker en de Y-versterker. Zie de tabel
hieronder (de ingangsspanningen moeten de-
zelfde fase hebben).
Stand SK2
Stand SK3
R5
R8
Frequenties
Tolerantie
0,2 V/cm
0,2 V/cm
rechtsom
rechtsom
1 MHz
1°*
0,2 V/cm
0,2 V/cm
linksom
rechtsom
1 MHz
3°
0,2 V/cm
0,2 V/cm
rechtsom
rechtsom
10 KHz
1°
0,5 V/cm
0,5 V/cm
rechtsom
rechtsom
10 KHz
1°
rechtsom
rechtsom
10 KHz
1°
rechtsom
rechtsom
10 KHz
1°
rechtsom
rechtsom
10 KHz
1°
rechtsom
rechtsom
10 KHz
1°
rechtsom
rechtsom
10 KHz
1°
rechtsom
rechtsom
10 KHz
1°
Controle van SK 3
a. Stand „ ivv
"; er moet nu een horizon-
tale lijn zichtbaar gemaakt kunnen worden
met R9.
b. Stand 50 Hz; als RS linksom is gedraaid
moet de lengte van de horizontale lijn tus-
sen 30 tnm en SO mm liggen.
* Als de fasekarakteristiek slecht is kan in het desbetreffende gebied C47, eventueel C747, opnieuw wor-
den ingesteld; voor C747 moet een zo laag mogelijke waarde worden gekozen.
1
1
1
1
1
1
1
t
1
1
1
1
1