Afregelingen
41
w
A
w
w
w
w
t
w
w
w
w
w
IJkspanning
Controleer eerst de Y-versterker. Zet R5 in
stand CAL.; SK2 in de stand 0,1 V/cm. Sluit
de ijkspanning (bus BU4) aan op BU1. Stel
R1051 (grof) en R1054 (fijn) zodanig in dat
een beeldhoogte van 40 mm wordt verkre-
gen (tolerantie -~ 1 %).
Voor de vorm van de spanning zie fig. 19.
X-versterker
a. Gelijkspanningsbalans
Sluit de ingang van de X-versterker kort;
SK3
in de stand 0,2 V/cm. Stel het licht-
punt op het midden van het scherm in
met behulp van R7.
Stel R748 zodanig in dat bij verdraaien
van R8 geen verschuiving van het licht-
punt optreedt.
Dit kan het beste geschieden door R8 snel
in beide richtingen heen en weer te draai-
en en tegelijkertijd R748 af te regelen
totdat het lichtpunt niet meer verschuift.
b. Horizontale verschuiving
Met R7 moet het lichtpunt 3 cm naar links
en
3 cm naar rechts verschoven kunnen
worden. Eventueel moet R768 opnieuw
worden ingesteld.
c. Gevoeligheid en verzwakking
Draai R8 en SK3 naar rechts. Sluit op BU6
een sinusvormige spanning van 280 mVeff
met
een
frequentie van 1 kHz aan
(GM2308). Stel R775 zodanig in dat de
lengte van de lijn 40 mm bedraagt.
Controleer de verzwakking van SK3 in de
volgende standen:
SK3
spanning op
BU6
lengte van de lijn
0,2 V/cm
0,5
V/cm
280 mVeff
707 mVeff
1
V/cm
1,4
Veff
2
5
V/cm
V/cm
2,82
7,05
Veff
Veff
l
(
39-41
mm
10
V/cm
14,1
Veff
20
V/Cm
28,2
Veff
50
V/cm
70,7
Veff
Fig. 19. I Jk.rpanning
d. Rechthoekweergave
1. Sluit op BU1 de spanning van een an-
dere tijdbasisgenerator aan, waarvan de
frequentie gevarieerd kan worden
(b.v.
de zaagtandspanning van een andere
oscillograaf).
2. Draai R8 naar rechts. Zet SK3 in de
stand 0,2 V/cm.
Sluit op
BU6
een kanteelspanning van
1 V met een frequentie van 100 kHz
aan (GM 2324). Synchroniseer deze
Fig. 20. Rechthoekweergave X-versterker bij
100 kHz en 1 kHx