[VUURWERK], [LANDSCHAP],
[SPOTLIGHT], [STRAND] of [SNEEUW] bij
[SCÈNEKEUZE]
De werkelijke opnameduur voor films is
minder dan de verwachte opnameduur
van het opnamemedium.
Afhankelijk van de opnameomstandigheden
kan de beschikbare opnameduur korter zijn,
bijvoorbeeld bij het opnemen van een snel
bewegend onderwerp e.d. (p. 116).
Er is een tijdverschil tussen het moment
waarop u op START/STOP drukt en het
moment dat de opgenomen film start/
stopt.
Op uw camcorder kan er een klein tijdverschil
zijn tussen het moment waarop u op
START/STOP drukt en het moment dat de
opgenomen film werkelijk start/stopt. Dit
duidt niet op een storing.
De breedte-/hoogteverhouding van
de film (16:9 (breedbeeld)/4:3) kan niet
worden gewijzigd.
De breedte-/hoogteverhouding van films
met hogedefinitiekwaliteit (HD) is 16:9
(breedbeeld).
Automatisch scherpstellen functioneert
niet.
Stel [FOCUS] in op [AUTO] (p. 77).
De opnameomstandigheden zijn niet geschikt
voor automatisch scherpstellen. Pas de
scherpstelling handmatig aan (p. 77).
SteadyShot werkt niet.
Stel [
STEADYSHOT] in op [ACTIEF] of
[STANDAARD], [
STEADYSHOT] op
[AAN] (p. 81, 88).
Zelfs als [
STEADYSHOT] is ingesteld op
[ACTIEF] of [STANDAARD],
[
STEADYSHOT] is ingesteld op [AAN],
is het mogelijk dat uw camcorder extreme
trillingen niet kan compenseren.
De onderwerpen die snel door het beeld
gaan, kunnen misvormd zijn.
Dit wordt het brandpuntsvlakfenomeen
genoemd. Dit duidt niet op een storing. Door
de manier waarop het beeldapparaat (CMOS-
sensor) de beeldsignalen leest, kunnen
onderwerpen die snel door de lens lopen,
afhankelijk van de opnameomstandigheden
vervormd zijn.
De kleur van het beeld wordt niet correct
weergegeven.
Druk op NIGHTSHOT om de NightShot-
functie te annuleren (p. 31).
Het beeld op het scherm is helder en het
onderwerp wordt niet weergegeven op
het scherm.
Druk op NIGHTSHOT om de NightShot-
functie te annuleren (p. 31).
Horizontale strepen verschijnen op het
beeld.
Dit gebeurt bij het opnemen van beelden
onder een fluorescentielamp, natriumlamp of
kwiklamp en duidt niet op een storing.
[NIV.AV.LCD] kan niet worden aangepast.
U kunt [NIV.AV.LCD] niet aanpassen in de
volgende gevallen:
Het LCD-scherm is gesloten op uw camcorder
met het LCD-scherm naar buiten gericht.
Stroom wordt geleverd door de
netspanningsadapter.
De vergroting verandert wanneer de
opnamemodus wordt gewijzigd.
U kunt de digitale zoomfunctie niet gebruiken
wanneer de camcorder is ingesteld in de foto-
opnamestand.
Afspelen
Beelden kunnen niet worden afgespeeld.
Selecteer het opnamemedium en de
beeldkwaliteit van een film die u wilt afspelen
(MENU)
door
10
[MEDIA-