Inhoudsopgave
Advertenties
Creatief naaien
Als ander garen wordt gebruikt, kunnen afwijkingen bij de bovendraadspanning ontstaan. Daarom is het
noodzakelijk de bovendraadspanning individueel aan het naaiproject en de gewenste steek aan te passen.
Hoe hoger de bovendraadspanning is ingesteld, des te sterker wordt de bovendraad gespannen en de
onderdraad wordt meer in de stof getrokken. Als de bovendraadspanning lager is, wordt de bovendraad
minder sterk gespannen en de onderdraad minder in de stof getrokken.
Wijzigingen van de bovendraadspanning hebben invloed op de geselecteerde steek. Blijvende wijzigingen
van de bovendraadspanning voor de naaimodus kunnen in het setup-programma worden gedefinieerd. (zie
pagina 45)
Voorwaarde:
•
> Tik op «Bovendraadspanning».
> Bovendraadspanning instellen.
> Druk rechts op het geel omlijnde symbool om de basisinstellingen te herstellen.
> Druk op het geel omlijnde symbool aan de linkerkant om de waarden in het «Setup-programma» terug
5.4 Steek bewerken
Steekbreedte veranderen
> Draai de «Multifunctionele knop boven» naar links om de steekbreedte te verkleinen.
> Draai de «Multifunctionele knop boven» naar rechts om de steekbreedte te vergroten.
> Tik op «Steekbreedte» (1) om nog meer instelopties weer te geven.
Steeklengte veranderen
> Draai de «Multifunctionele knop onder» naar links om de steeklengte te verkleinen.
> Draai de «Multifunctionele knop onder» naar rechts om de steeklengte te vergroten.
56
In het setup-programma is de bovendraadspanning gewijzigd.
te zetten naar de basisinstelling.
1
Advertenties
Inhoudsopgave
