> LET OP! Het knoopaanzetprogramma begint altijd bij het linkergaatje van het knoopsgat.
Leg de knoop op de stof. Schuif knoop en stof onder de naald zodat de naald in het linkergaatje steekt.
Bij een knoop met 4 gaatjes moet eerst het voorste paar gaatjes worden genaaid, vervolgens het
achterste paar.
> Zet de naaivoet omlaag.
> Gebruik het handwiel om de eerste steken in het linkergaatje te maken.
> Draai verder aan het handwiel totdat de naald naar het rechtergaatje gaat. Controleer daarbij of de naald
naar het rechtergaatje wisselt. Stel indien nodig de steekbreedte met de bovenste multifunctionele knop
in.
> Houd de draden vast en druk op het pedaal.
– De machine stopt automatisch zodra de knoop is aangezet.
> Voer het knoopaanzetprogramma opnieuw uit om de knoop extra stevig vast te zetten.
> Snijd de draden met de machine af. U kunt aan het naaiwerk uit de machine trekken en de draden met
de hand afknippen. Trek de bovendraad naar onderen en knoop deze aan de onderdraad.
9.15 Oog naaien
Naai voor een betere stabiliteit het oogje 2 keer. Pas evtl. met de balans aan.
Voorwaarde:
•
Terugtransportvoet #1 of Open borduurvoet #20 is bevestigd.
> Tik op «Knoopsgaten».
> Selecteer Oog met kleine zigzag nr. 61 of Oog met rechte steek nr. 62.
> Draai de «Multifunctionele knop boven» of «Multifunctionele knop onder» om de grootte van het oogje
te veranderen.
> Naai het oogprogramma.
– De machine stopt automatisch aan het einde van het oogprogramma.
> Open het oog met een gaatjestang of een priem.
Knoopsgaten
99